Home Blog Pagina 533

Nitro Circus Live komt naar Europa met een gloednieuwe show

0

nitrocircusNitro Circus Live komt op 18 februari 2016 naar het Antwerps Sportpaleis met een gloednieuwe show

Onder leiding van Travis Pastrana, maakt het grootste ‘live action sport’ gebeuren zich klaar voor z’n grootste tournee ooit, met nieuwe uitdagingen, nieuwe stunten en nog veel meer.

Vandaag heeft Nitro Circus (www.nitrocircus.com) de details vrijgegeven van hun nieuwe shows, waarmee ze in 2016 te gast zullen zijn in 13 Europese steden. Op donderdag 18 februari is ons land aan de beurt en komt de sensationele show opnieuw naar het Antwerps Sportpaleis.

nitroDe nieuwe Nitro Circus Live wordt er één van het allerhoogste niveau, waarbij de beste atleten van de freestyle motorcross (FMX), de BMX en de beste skaters verzameld werden voor een spectaculaire, gloednieuwe productie. Onder leiding van 17-voudig X Games medaillewinnaar Travis Pastrana, bestaat de tour uit onvoorstelbaar gewaagde uitdagingen, spannende en baanbrekende recordpogingen, maffe stunten uitgevoerd door de grootste waaghalzen en overgoten met veel humor en plezier.

“We hebben dit jaar al een unieke tourervaring achter de rug en we kunnen haast niet wachten om met onze nieuwste tour naar Europa te komen”, zegt Travis Pastrana. “Tijdens elke voorstelling is iedereen erop uit om z’n grenzen te verlegen. Een tikkeltje sneller zijn en iets verder springen dan tijdens de vorige show is de uitdaging. In 2016 gaat het gebeuren en het wordt onvoorstelbaar! Het podium en showgedeelte is echt ‘over the top’. Ik weet zeker dat het publiek omvergeblazen zal worden bij wat ze te zien gaan krijgen ! “

Travis Pastrana leidt een buiten categorie sterrenteam van FMX atleten, dat bestaat uit o.a ’s werelds eerste triple backflipper en regerend X Fighters kampioen Josh Sheehan, Australisch X Games gouden medaille winnaars Blake “Bilko” Williams en Cam Sinclair en dé Amerikaanse superster Adam Jones. Wat betreft het BMX gedeelte van de show, wordt het een aanvoer van nooit eerder geziene stunten en gekte onder leiding van James Foster, de enige man ter wereld momenteel die erin slaagt om een BMX triple backflip uit te voeren. Uiteraard zijn ook de andere grote namen van de partij waaronder “The Warrior” Jed Mildon, X Games medaillewinnaar Andy Buckworth e.v.a. Voor de fans wordt het ook opnieuw uitkijken naar de meest opzienbarende vrouwelijke live action sport atlete Jolene Van Vugt én naar het baanbrekende rolstoelmotorcross (WCMX) gebeuren, onder leiding van Aaron “Wheelz” Fotheringham.

Met een line-up die alleen maar bestaat uit de allergrootste sterren, met nieuwe trucs en uitdagingen, de befaamde Nitro Gigant-A-Ramp (die overigens groters is dan ooit voorheen), worden de nieuwe voorstellingen een visueel gebeuren dat je nooit eerder hebt meegemaakt.

Nitro zorgt in de nieuwe voorstellingen voor een absolute climax en neemt je mee terug in de tijd. Je wordt meegezogen in de sfeer en nostalgie van het circus uit 1920. Olifanten, beren, clowns, vliegende trapeze, vuurspuwers, leeuwen en nog veel meer is er verwerkt in de choreografie en stijl. Vijf jaar werd er in alle stilte gewerkt aan de nieuwe set, het decor en het thema. Aangepaste Nitro muziek neemt je meteen terug in de tijd, maar brengt je ook direct in de juiste sfeer en stemming. Met een spectaculaire lichtshow en de nieuwste vuurwerk technieken, wordt het circus thema en de achtergrond meteen geaccentueerd. “Geloof ons als we zeggen dat je nog nooit een circus hebt meegemaakt als dat van ons”, zegt Travis Pastrana enthousiast.

Hier kan je alvast genieten van een Retro Circus voorsmaakje

Tickets voor Nitro Circus Live op donderdag 18 februari 2016 in het Antwerps Sportpaleis zijn vanaf vrijdag 5 juni om 10.00 uur te reserveren via www.teleticketservice.com of op 070/345.345 (Max. €0,30/Min).

Fans die willen genieten van de ultieme Nitro Circus ervaring, kunnen gebruik maken van een totaal vernieuwd Nitro Club VIP pakket. Voor €85 (exclusief servicefee) bevat dit exclusieve pakket niet alleen de beste zitplaatsen, je krijgt ook de kans om een persoonlijk je vragen te stellen aan Travis Pastrana en de andere Nitro Circus sterren tijdens een exclusieve vragenronde op de dag van de voorstelling. Nitro Club kaarthouders krijgen verder nog een exclusieve lanyard, een digitaal gesigneerde A2 poster en je maakt bovendien nog eens kans om leuke Nitro goodies te winnen.

Belgie en Nederland inspireren elkaar bij aanpak privacy

0

Bart TommeleinBelgië en Nederland inspireren elkaar bij aanpak privacy

Gisterennamiddag heeft staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein overlegd met zijn Nederlandse collega staatssecretaris voor Veiligheid en Justitie Klaas Dijkhof. De Europese privacyverordening, dataretentie, PNR-gegevens, een meldingsplicht bij datalekken en de hervorming van de privacycommissie kwamen aan bod.

België en Nederland kunnen veel van elkaar leren door best practices uit te wisselen. Zo heeft men in Nederland recent de boetebevoegdheid van de nationale ‘autoriteit persoonsgegevens’ hervormd. De Europese verordening voorziet immers dat privacy-autoriteiten ruimere bevoegdheden krijgen. Ook Bart Tommelein zal na de zomer een wetsontwerp voorleggen als eerste stap in de hervorming van onze privacycommissie. De privacycommissie zal effectief boetes kunnen uitschrijven bij een overtreding van de privacywet. Tenzij het een zeer ernstige nalatigheid betreft, moet ze wel eerst een bindend advies geven aan de overtreder. Bart Tommelein: ‘Een bindende aanbeveling, betekent dat een persoon of een bedrijf eerst de kans krijgt zich in regel te stellen met de privacywet. Doet men dat niet, dan volgt er een boete. De bedragen van de boetes moeten voldoende hoog zijn, en kunnen bijvoorbeeld afhankelijk zijn van de jaaromzet van een bedrijf.’

Daarnaast wil staatssecretaris Tommelein een meldingsplicht bij datalekken invoeren. Zodra persoonsgegevens op straat komen te liggen, zal de verantwoordelijke dit in bepaalde gevallen verplicht moeten melden. De meldplicht zal gelden voor bedrijven en overheid.

De Nederlandse aanpak kan voor beide dossiers inspiratie bieden. De beide buurlanden zullen tevens verder overleggen over privacy-aspecten bij dataretentie en bij de uitwisseling van PNR-gegevens. ‘Door elkaars voorstellen te bespreken en af te toetsen, leren we veel van elkaar. En door de Belgische en Nederlandse wetgeving op elkaar af te stemmen staan we samen sterker in Europa’, besluit Bart Tommelein.

Geriatrische patient in ziekenhuis heeft extra aandacht nodig

0

Geriatrische patiënt in ziekenhuis heeft extra aandacht nodig

Door de vergrijzing worden hoe langer hoe meer oudere patiënten in het ziekenhuis opgenomen. Vroeger lieten oudere patiënten zich langer thuis verzorgen met gebruik van een soort pager die een verpleegster kon verwittigen. (klik hier voor ons). Een aantal van hen heeft een erg kwetsbare gezondheidstoestand. Deze kwetsbaarheid wordt een « geriatrisch profiel » genoemd, en het wordt vastgesteld met behulp van aangepaste testen. Wanneer deze patiënten in het ziekenhuis worden opgenomen moeten zij een « globale geriatrische benadering » krijgen, speciale zorg met bijzondere aandacht voor hun cognitieve, lichamelijke en psychosociale capaciteiten.

Om die reden werden geriatrische afdelingen (de G-bedden) opgericht. Probleem is dat deze afdelingen vandaag al niet meer voldoen aan de toenemende behoeften, en dat geriatrische patiënten vaak ook verzorgd worden in andere, niet-geriatrische afdelingen, bijvoorbeeld voor het plaatsen van een heupprothese, terwijl ze ook geriatrische zorg nodig hebben. Daarom werden bijna tien jaar geleden de “interne geriatrische liaisonteams” in het leven geroepen. Deze gespecialiseerde, mobiele teams bezoeken de patiënten met hoog geriatrisch risico in andere afdelingen om hun situatie te evalueren en om aanbevelingen te formuleren over de te verlenen zorg. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bekeek hun organisatie en werking. Ze blijken op heel uiteenlopende manieren te functioneren, en alle voorwaarden om doeltreffend te werken zijn niet altijd aanwezig. Zo zouden ze meer actief betrokken moeten worden bij de door hen aanbevolen zorgverlening. Daarnaast zijn er dringend maatregelen nodig om het aantal geriaters en verpleegkundigen met geriatrische expertise te doen stijgen, en om alle zorgverleners te sensibiliseren voor de geriatrische benadering.

De Europese bevolking veroudert voortdurend, en deze vergrijzing zal nog toenemen door het baby-boom effect. In 2012 was in ons land bijna 18% van de inwoners ouder dan 65 jaar, in 2060 zal dit aandeel bijna 26% bedragen. De meerderheid (72%) van de mensen tussen 65 en 74 jaar geeft aan nog in een goede gezondheid te verkeren, maar bij de 75-plussers is dit nog slechts bij 57% het geval. Deze evolutie vormt een uitdaging voor onze gezondheidszorg.

Opsporen van de kwetsbaarheid

In het algemeen geldt de regel dat hoe ouder mensen zijn, hoe meer kwetsbaar zij worden. Hun gezondheid wordt wankel: er is niet veel nodig om ze uit evenwicht te brengen en om ziek of afhankelijk te worden. Wanneer een bejaarde dergelijk risico loopt heeft hij/zij een « geriatrisch profiel ». Dit profiel wordt gemeten aan de hand van aangepaste testen.

Een globale geriatrische benadering

De mensen met een verhoogd risico moeten een “globale geriatrische benadering” krijgen. Daarbij wordt een patiënt niet bekeken als een “verzameling van organen”, maar op een holistische manier, met bijzondere aandacht voor de cognitieve, fysieke en psychosociale capaciteiten. Deze zorg wordt best gegeven op een geriatrische afdeling (in de G-bedden). Probleem is dat deze afdelingen vandaag al niet meer aan de steeds toenemende behoeften van de vergrijzende bevolking kunnen voldoen. Bovendien worden geriatrische patiënten ook opgenomen in niet-geriatrische ziekenhuisafdelingen voor de behandeling van specifieke aandoeningen, zoals voor het plaatsen van een heupprothese, terwijl ze ook geriatrische zorg nodig hebben.

Mobiele gespecialiseerde teams

Daarom voorziet het Belgisch zorgprogramma voor geriatrische patiënten «interne geriatrische liaisonteams». Het zijn mobiele teams, gespecialiseerd in geriatrie (vaak een geriater en een gespecialiseerde verpleegkundige). Hun rol is louter adviserend: zij bezoeken de patiënten met een hoog geriatrisch risico in de andere ziekenhuisafdelingen, om hun toestand te evalueren en om aanbevelingen te formuleren over de te verlenen zorg. Aan het KCE werd gevraagd om de organisatie en werking van deze interne liaisonteams na te gaan.

Uit het onderzoek blijkt dat deze teams erg door het terrein worden gewaardeerd. Nochtans bestaan ze niet in veel andere landen, alleen in Frankrijk en Nederland. Hun manier van werken verschilt ook heel erg van ziekenhuis tot ziekenhuis, ondanks een vrij nauwkeurige regelgeving. De teams zijn ook te klein om aan de behoefte te kunnen voldoen: lang niet elke risicopatiënt wordt door een liaisonteam gezien.

Alternatieven uitproberen

Om ons voor te bereiden op de toekomstige uitdagingen beveelt het KCE daarom aan om ook andere oplossingen uit te proberen. Daaruit moet ieder ziekenhuis zijn keuze kunnen maken, volgens zijn specifieke behoeften, die voortdurend kunnen veranderen.

Zo zijn er de transmurale zorgmodellen (ter beschikking stellen van geriatrische expertise buiten de muren van het ziekenhuis, om te voorkomen dat de geriatrische patiënt moet worden opgenomen) en bestaat er co-management, een model dat al in Nederland bestaat, waarbij de geriater en/of het liaisonteam, samen met de behandelende arts(en) de beslissingen inzake zorg nemen.

De oprichting van een kennisplatform moet eveneens worden aangemoedigd (een soort ‘community of practice’) voor het toetsen van nieuwe zorgmodellen, de evaluatie van nieuwe initiatieven en het uitwisselen van goede praktijken.

Toekomstig tekort

Vandaag is er reeds een nijpend tekort aan geriaters en verpleegkundigen met geriatrische expertise. Bovendien zouden er jaarlijks naar schatting in België minstens 20 nieuwe geriaters moeten bijkomen, terwijl er in de periode 2010-2013 slechts 28 artsen een opleiding geriatrie zijn gestart. Er moeten dus dringend maatregelen (zoals correcte vergoeding, voldoende opleidingsplaatsen) worden genomen om de geriatrie voor artsen en verpleegkundigen aantrekkelijker te maken. Ook het kennisniveau over geriatrie moet worden opgekrikt bij alle zorgverleners, en in de ziekenhuizen is er nood aan meer « geriatrische cultuur ».

Bovendien moet de geriatrie bijzondere aandacht krijgen bij de kwaliteitsprocedures van de ziekenhuizen, en dan vooral bij hun kwaliteitsaudits en accrediteringsprocessen.

Om de KCE-onderzoekers, leden van een geriatrich liaisonteam en/of geriaters in opleiding te interviewen,contacteer Gudrun Briat (KCE)

Bron: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg

Duo op bezoek bij chocolatier Valentino

0

Duo (Dilbeekse Unie van ondernemers) was vandaag te gast bij chocolatier Valentino uit Schepdaal. De voorzitter, Guido Kestens verwachtte iedereen tegen 12u daar werden de deelnemers vergast op een lunch met bijhorende drank. De bedoeling was om eerst een rondleiding te krijgen om daarna te tonen hoe een Dilbeeks computerbedrijf (Just Software) zijn medewerking verleent (softwarematig) aan chocolatier Valentino.
Image00003 (De voorzitter heet iedereen welkom)

Even een beetje historiek over chocolatier Valentino. Het begon allemaal in 1978, Leen De Leener dochter van een chocolatier toen 23 en haar man Willy Roelandts (25) een piepjong koppel uit Vlaams-Brabant, hadden hadden hun oog laten vallen op een chocolade-atelier in Koekelberg. Het koppel tekent een weldoordacht businessplan uit waarbij Leens ouders het roer van de chocoladeproductie overnemen. Zelf nemen Leen en Willy alle commerciële en administratieve taken voor hun rekening.

Het blijkt algauw een schot in de roos te zijn en Het succes laat ook de streekgenoten van Valentino niet onberoerd. Hoewel Willy en Leen hun geesteschocolaatjes enkel aan bakkers en patissiers verkopen, gaan hun lekkernijen ook bij de particulier niet onopgemerkt voorbij. Ondertussen zijn ze reeds verhuisd naar een ander pand in anderlecht. Door de steeds groeiende vraag naar hun huisgemaakte pralines ontstaat het idee om in één van de kantoorruimtes een winkel te openen. Het eerste van vele Valentino-verkooppunten is geboren. We schrijven 1988.

In 1994 blijkt het pand in Anderlecht weer te klein te zijn geworden en wordt er beslist een totaal nieuw gebouw te zetten in Schepdaal aan de Ninoofsesteenweg. Dit atelier voldoet wel aan het groeipotentieel van de chocolatier. Daarom verhuist Valentino in 1994 naar deze nieuwe en beloftevolle productieruimte op 5 km van Brussel. En daar gingen we vandaag dus op bezoek. Het was de oudste zoon Rob Roelandts die ons vandaag in het bedrijf rondleidde, maar niet voor we allemaal een haarnetje aangemeten kregen en dit om hygiënische redenen.

Image00006

Rob leerde ons het ganse productieproces kennen en daarbij speelt de koeling een heel belangrijke rol. Terwijl bij andere producten opwarming belangrijk is, speelt koeling bij het maken van pralines een cruciale rol. Tussen ieder proces wordt er gekoeld in totaal 3 keer zodat iedere praline ongeveer 20 min in de frigo heeft gezeten. We leerden ook dat men tegelijkertijd verschillende pralines kan maken zolang het om dezelfde chocolade gaat. Als men overgaat van melkchocolade of fondant naar wit of omgekeerd dan moet alles gereinigd worden.

Image00019 (Zelfs onze Nationale trots Manneke Pis was er te bewonderen in witte chocolade)

Het ganse productieproces beschrijven zou ons te ver leiden maar we onthouden wel dat er met topproducten en top chocolade gewerkt wordt. Wat maakt dat Valentino producten beantwoorden aan de strengste normen die de beroemde Belgische chocolade vereist. Nog enkele weetjes: Valentino stelt ongeveer 25 mensen te werk, in het hoogseizoen dat loopt van Oktober tot na de Paasvakantie wordt dit uitgebreid met nog 10 personeelsleden om aan de grote vraag te voldoen. Als het meer dan 25 graden warm wordt is het enorm moeilijk is om pralines te produceren.

Image00009

Valentino heeft in Vlaams-Brabant vijf eigen winkels, en in gans België een vijftigtal verkooppunten. 45% van de productie is bestemd voor het buitenland zoals, Chili, China, de Verenigde Staten en nog anderen. Het is ook nog steeds een familiebedrijf en de toppers uit het assortiment zijn pralines met vulling praliné en hazelnoot, het populairste is de Manon in zijn vele varianten. Pralines bewaar je best niet in de frigo maar bij een temperatuur van ongeveer 18° zoals bvb een wijnkelder. De moeilijk te vinden suikervrije pralines kan je ook bij dit bedrijf verkrijgen.

Na de rondleiding kregen we nog een korte uitéénzetting over de gebruikte software die geleverd wordt door het bedrijf van de voorzitter (Just Softwaire) uit Dilbeek. We kregen een voorstelling van het gebruikte programma Dave, een programma met tal van mogelijkheden. Zo konden we zien dat dankzij dit programma de (grote) klanten online hun bestellingen kunnen plaatsen. Wanbetalers kunnen aangepakt worden enz… Maar het grote voordeel is dat alle computers van Valentino werken met dat programma maar ieder volgens eigen behoeften.

Zo kan in de inpakruimte de labels (conform de Europese wetgeving) in de taal van het land worden afgedrukt. Eigenlijk is dit programma (Dave) een bestaand programma dat aan ieders wensen kan aangepast worden voor welk bedrijf dan ook. Al meer dan 25 jaar staat Just Software garant voor een persoonlijke aanpak, resultaatgericht en vooral prijsbewust. Wie beroep doet op dit bedrijf voor zijn KMO krijgt een compleet ondersteunend pakket. Tot slot kreeg iedere deelnemer aan het einde nog een attentie aangeboden door beide bedrijven.

Image00005
(De deelnemers)

voor meer inlichting kan je terecht op www.justsoftware.be
voor meer info over Valentino: www.valentino.be

Jonge uitvinders testen hun Vliegmachine

0
werk

werkGeraardsbergen – Jonge uitvinders testen hun Vliegmachine

MyMachine Vlaanderen, een initiatief van MyMachine vzw in samenwerking met Vlajo, maakt het mogelijk voor kleine en grote kinderen om hun eigen droommachine te ontwikkelen. Kinderen uit het lager onderwijs bedenken een ‘machine’ (IDEE) die dan verder wordt uitgewerkt door hogeschoolstudenten Industrieel Productontwerpen van Howest (ONTWERP) om tenslotte te worden gerealiseerd door leerlingen uit het technisch onderwijs (MACHINE).

Meer dan 600 kinderen en studenten uit 22 scholen uit heel Vlaanderen gingen afgelopen schooljaar aan de slag om 24 ingenieuze droommachines en 1 nieuwe MyMachine-computergame te realiseren.

Uitvinders krijgen voor het eerst hun droommachine te zien

Bijna is het zover. Het 5de jaar elektrische installatietechnieken, houttechnieken en mechanische vormgevingstechnieken van het Technisch Instituut Sint-Jozef in Geraardsbergen slaagde er in om een prachtige droommachine te realiseren.

Op vrijdag 5 juni 2015 krijgen de jonge uitvinders van Sint-Catharinacollege ‘De Zeppelin’ uit Geraardsbergen hun ‘Vliegmachine’ te zien.

De Vliegmachine

Marie droomde van een machine waarmee je ’s nachts zou kunnen rondvliegen zonder dat je ouders het weten. Benodigdheden: een vliegmachine én een kleed waarmee je onzichtbaar wordt. De ontwerpers slaagden erin om een prachtig concept uit te tekenen en de machinebouwers bouwden de geniale machine stevig in elkaar.

Meerderheid hervormt binnenlandse adoptie

0

kinderenMeerderheid hervormt binnenlandse adoptie

De Vlaamse meerderheidspartijen hebben in het Vlaams Parlement een akkoord bereikt over nieuwe regels voor binnenlandse adoptie. Lorin Parys (N-VA), Katrien Schryvers (CD&V) en Emmily Talpe (Open Vld) hebben het voorstel samen uitgewerkt.

Het decreet voorziet in een duidelijk adoptietraject met beroepsprocedure, stemt de voorbereiding van interlandelijke en binnenlandse adoptie op elkaar af, fuseert de bestaande adoptiediensten tot één organisatie en geeft de geadopteerde het recht op inzage in zijn dossier. “We hebben lessen getrokken uit de hoorzittingen over de gedwongen adopties maar ook uit de ingediende conceptnota’s”, zeggen de drie volksvertegenwoordigers.

Stap vooruit voor adoptiekind, adoptieouders en geboorteouders
“Met dit decreet geven we het adoptiekind recht op informatie over zijn afkomst, zorgen we voor duidelijke en flexibele procedures voor kandidaat-adoptanten en garanderen we een onafhankelijke begeleiding van de geboorteouders bij het maken van een ingrijpende keuze”, stelt Lorin Parys, die zelf adoptieouder is.

Katrien Schryvers: “Vandaag beslist de rechter over de geschiktheid van kandidaat-adoptieouders, soms tot een jaar nadat een kind geadopteerd is. De nieuwe regels voorzien in een geschiktheidsvonnis – en dus ook een beroepsmogelijkheid – alvorens een kind wordt toegewezen aan adoptieouders.”

Het decreet stemt de voorbereiding tussen de interlandelijke en de binnenlandse adoptieprocedures op elkaar af. “Momenteel zijn beide situaties immers ongelijk geregeld, terwijl de feitelijke en juridische situatie van ouders en kinderen niet verschillen. Dit nieuwe decreet maakt het mogelijk om tijdens de voorbereiding te wisselen tussen binnenlandse en interlandelijke adoptie”, zegt Emmily Talpe.

Een goed instroombeheer moet kandidaat-adoptieouders realistische informatie geven over de kansen op adoptie en hen inlichten over eventuele alternatieven zoals pleegzorg. Het decreet maakt het mogelijk dat een kind ofwel in een directe plaatsing of in een pleeggezin wordt opgevangen tijdens de bedenktermijn van de geboorteouders.

Fusie van adoptiediensten
Met het nieuwe decreet stopt ook de versnippering in het adoptielandschap. “Nu zijn er vier adoptiediensten verantwoordelijk voor zo’n dertigtal binnenlandse adopties per jaar. Dat is inefficiënt en garandeert niet dat elke dienst op de juiste manier geboorteouders kan begeleiden, adoptiekinderen bijstaan en kandidaat-adoptanten ondersteunen, daarom komt er nu één adoptiedienst”, vertelt Parys.

“De raad van bestuur van die nieuwe adoptiedienst en de werking ervan zal pluralistisch samengesteld zijn en werken met respect voor iedere ideologische overtuiging”, aldus Talpe.

Bovendien zal het niet langer mogelijk zijn om zogenaamde ‘zelfstandige adopties’ uit te voeren. “Voor elk gekend kind zal ook een aangepaste adoptieprocedure moeten worden doorlopen”, zegt Schryvers.

Inzagerecht van geadopteerde, informatie aan geboorteouders geregeld
Tot slot krijgt iedere geadopteerde het recht op informatie over zijn afkomst, in functie van zijn leeftijd en maturiteit. Geboorteouders krijgen het recht op niet-identificeerbare informatie over de geadopteerde via de adoptiedienst.

In het najaar zullen de meerderheidspartijen ook interlandelijke adoptie evalueren.

Het einde van de melkquota: Nieuwe regels

0

koeHet einde van de melkquota: Nieuwe regels

1 april 2015 betekende het einde van de Europese melkquota, een regulerend instrument dat in 1984 werd ingevoerd als maatregel tegen de overproductie die de ‘boterberg’ en het ‘melkmeer’ hadden veroorzaakt. De markt zal nu voor het eerst in 30 jaar zelf de geproduceerde melkhoeveelheden bepalen. Zijn de Franse melkveehouders er klaar voor? Zal de afschaffing van de melkquota de melkproducenten in staat stellen de snel groeiende Aziatische markten te bevoorraden? Of aan de grote vraag naar bioproducten te voldoen?

Dominante positie in de Europese Unie
De wereldwijde productie, gestimuleerd door de groei van de opkomende economieën, is in de voorbije 30 jaar met 56% gestegen. In de Europese Unie daalde het verbruik tussen 2008 en 2013 met 2% maar werd de sector gesteund door het dynamisme van zijn export. Duitsland is de grootste Europese producent, met 22% van de totale productie, gevolgd door Frankrijk (17%) en het Verenigd Koninkrijk (10%).

Op wereldschaal is Frankrijk, met de 8ste plaats, eveneens een leider. De voorbije dertig jaar heeft de sector een aantal rationalisaties gekend die een daling van het aantal bedrijven en een snelle verbetering van de productiviteit hebben veroorzaakt. Bovendien waren de bedrijven in 1983 over heel Frankrijk verspreid en hebben de rationalisaties tot een grotere geografische concentratie geleid. In 2013 was de melkproductie in het westen van Frankrijk goed voor 6,8% van de totale productie van de EU.

Een laag insolventieniveau maar een door de volatiliteit van prijzen en kosten ondermijnde sector
De bedrijfsinsolventies in de Franse zuivelsector werden gekenmerkt door een grotere proportie melkveehouders. Dit werd echter gemilderd door de subsidies die de meeste van deze bedrijven ontvangen. De bedrijven van de sector hebben een veel lager insolventiecijfer dan het Franse gemiddelde, namelijk 0,38% tegenover 2,54%.

De sector is echter sterk blootgesteld aan de volatiliteit van de prijzen en de kosten, de grootste onzekerheidsfactoren in het beheer van een melkveebedrijf. Hij wordt ook gekenmerkt door productiemodellen die verschillen van hun tegenhangers in andere Europese landen. De heuvelboerderijen en gemengde veeteeltbedrijven zijn gevoeliger voor prijsschommelingen dan de veehouders op goede vlakke landbouwgrond. Geen enkel van deze modellen garandeert echter zonder subsidies een voldoende rentabiliteit. Daarom zijn de veehouders zo bang voor mogelijke prijsdalingen.

Bestaande strategieën en toekomstige ontwikkeling
Ten eerste zou een exportoffensief om nieuwe markten te veroveren Frankrijk ten goede komen. Het land is internationaal goed geplaatst en heeft een positieve handelsbalans en een reputatie voor producten van hoge kwaliteit. In de opkomende economieën en vooral in Azië groeit de vraag van de consumenten naar zuivelproducten. Bovendien hebben zuivelproducten een hoge inkomenselasticiteit: een bescheiden stijging van de inkomens leidt tot een sterke stijging van de vraag.

Ten tweede zal de verticale integratie van de productie/verwerking/distributieprocessen de operators helpen om hun marges in stand te houden. Frankrijk heeft veel manoeuvreerruimte in termen van de directe verkoop, die momenteel amper 3,3% van de totale omzet vertegenwoordigt.

Ten slotte blijft de verhouding landbouwgrond met biocertificering in Frankrijk weliswaar laag (vergeleken met de concurrenten), maar is ze sinds 2005 aan het stijgen. De Franse landbouwers hebben meer tijd nodig gehad om dit segment te benutten. Toch is het aantal melkrunderen met biocertificering de afgelopen tien jaar verdubbeld. Deze trend is een positief signaal, want hij betekent dat meer en meer Franse consumenten bereid zijn meer te betalen om gezonder te eten.

Ontbreken taalgaranties nefast voor Vlaamse Brusselaars

0

De N-VA is bezorgd om de taalgaranties bij de gemeenschappelijke huisartsenwachtdienst in Brussel. Via een ongezien en onwettig manoeuvre drong het RIZIV een samenwerking op tussen de Vlaamse en Franstalige huisartsenkringen voor de organisatie van deze wachtdienst. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block onderschreef de bezorgdheid van de N-VA in een uitgelekte brief aan de BHAK, maar ze trekt er tegelijkertijd haar handen van af. De N-VA vindt dit onverantwoord.
Maggie De Block
De Nederlandstalige Brusselse Huisartsenkring (BHAK) telt amper 100 artsen en kent dus een hoge werkdruk. Voor de organisatie van hun wachtdienst moeten ze dan ook samenwerken met hun Franstalige tegenhanger FAMGB (Fédération des Associations des Médecins Généralistes de Bruxelles), dat 1.700 artsen telt.

In november lag er een samenwerkingsvoorstel klaar, maar dat bevatte te weinig garanties dat Nederlandstalige patiënten in hun eigen taal behandeld zouden worden. De N-VA trok toen aan de alarmbel om het voorstel te herzien en betere taalvoorwaarden te bekomen. Iets minder dan de helft van de BHAK-leden deelde die bezorgdheid. Het voorstel werd afgeketst, want het RIZIV bepaalt dat zo’n belangrijke reorganisatie van een wachtdienst 70% van de stemmen moet krijgen.

Onvoldoende taalgaranties

“In plaats van betere taalgaranties te bekomen, kwam het RIZIV in maart op de proppen met een nieuwe stemming van exact hetzelfde voorstel. Maar plots gold de 70%-regel niet meer”, vertelt Liesbet Dhaene, Brussels parlementslid (N-VA). Een gewone meerderheid volstond ineens en de samenwerking werd een feit.
Image00013
Haar collega in het federaal parlement, Yoleen Van Camp, ondervroeg De Block over deze ongeziene praktijk. “Het antwoord luidde dat het onderwerp van beide stemmingen anders was. Iedereen weet dat het onderwerp hetzelfde was, en dat er dus ook bij de tweede stemming onvoldoende taalgaranties waren. We begrijpen niet dat de minister deze inmenging van het RIZIV zomaar laat passeren. Ze zegt dat ze dit dossier serieus zal nemen en dat ze zal toekijken op het naleven van de afspraken, dus ook de taalvereisten”, aldus Van Camp.
Yoleen Van camp
In een uitgelekte brief aan de BHAK schrijft De Block dat de hervormde wachtdienst te weinig garanties biedt op een kwaliteitsvolle verzorging in de eigen taal voor de Nederlandstalige patiënten in Brussel. Maar tegelijk zegt ze dat de beslissingen hierover de verantwoordelijkheid zijn van de huisartsenkring.

Taalgaranties levensbelangrijk

Dhaene en Van Camp reageren verbolgen. Van Camp: “Het betreft potentieel urgente situaties, waar de taal – of beter: het niet begrijpen ervan – mensenlevens kost. Dit dossier is cruciaal voor de Vlaamse Brusselaar en het loopt helemaal scheef. De afwezigheid van taalgaranties, een projectcoördinator die geen jota Nederlands spreekt, het RIZIV dat met de regels foetert om de samenwerking door te drukken en nu die brief aan de BHAK, waarin de minister alle verantwoordelijkheid afschuift.”

“De Vlaamse Brusselaar is de dupe van dit hallucinante verhaal”, besluit Dhaene. “Hoewel strijdig met de taalwetgeving, kunnen Vlaamse Brusselaars nu al vaak niet in hun eigen taal terecht in de IRIS- en OCMW-ziekenhuizen. Dit leidt tot schrijnende toestanden en risico op verregaande medische gevolgen. En nu is het Nederlands in de wachtdienst ook niet langer gegarandeerd. De samenwerking heeft bovendien tot gevolg dat de enige Nederlandstalige wachtpost, Terranova, ten dode opgeschreven is. Dit is onaanvaardbaar.”

Hagelstorm tussen 7 en 9 juni 2014 erkend als ramp

0

hagelstormGent – Hagelstorm tussen 7 en 9 juni 2014 erkend als ramp

De hagelstorm van 7, 8 en 9 juni 2014 is erkend als algemene ramp. Getroffenen kunnen vanaf 2 juni 2015 een dossier indienen bij het Rampenfonds en dit tot en met 30 september 2015.

Per Koninklijk Besluit van 7 mei 2015 werd de hagelstorm tussen 7 en 9 juni 2014 als algemene ramp erkend. Het grondgebied van Gent wordt volgens voornoemd Koninklijk Besluit als rampgebied erkend. Op 2 juni 2015 verscheen dit KB in het Belgisch Staatsblad.

Dit betekent dat de getroffenen vanaf nu hun dossiers voor het verkrijgen van een financiële tegemoetkoming kunnen indienen bij de Dienst Rampenfonds van de Provincie Oost-Vlaanderen, Kalandeberg 1, 9000 Gent. Aanvragen moeten ingediend worden op de laatste dag van de derde maand die volgt op de maand waarin het Koninklijk Besluit verschenen is in het Belgisch Staatsblad. In dit geval is de uiterste dag om deze aanvraag in te dienen 30 september 2015.

Hoe een schadedossier indienen?

– Via de aanvraagformulieren van het Rampenfonds kan een dossier ingediend worden. Deze formulieren kunnen gedownload worden via www.stad.gent/stormschade.

– Voor hulp bij het invullen van een schadedossier kunnen volgende documenten geraadpleegd worden op www.stad.gent/stormschade:

– checklists voor het invullen van de formulieren

– een overzicht van veelgestelde vragen en antwoorden

– een leidraad ‘Vademecum algemene rampen – Zo wordt uw dossier sneller afgehandeld’

Deze documenten kunnen ook afgehaald worden op volgende adressen:

– aan het Loket Stedenbouw en Openbaar Domein Gent-Centrum, AC Zuid (lokaal 307), Woodrow Wilsonplein 1, 9000 Gent, tel. 09 266 79 50, e-mail loketsod.gent@stad.gent

Open van maandag tot vrijdag van 8 tot 13 uur, op woensdag ook van 14 tot 18 uur.

– in het Dienstencentrum Oostakker, Oostakkerdorp 3, 9041 Oostakker, tel. 09 255 98 98,

e-mail dcoo@stad.gent

Open op maandag, dinsdag en vrijdag van 8 tot 13 uur en van 14 tot 16 uur, woensdag van 8 tot 13 uur en van 14 tot 18 uur, donderdag van 8 tot 13 uur.

– in het Mobiel Dienstencentrum te Sint-Kruis-Winkel (elke twee weken op donderdag van 10 tot 18 uur, aan de Georges De Baetsplaats, te beginnen met donderdag 4 juni).

Aandachtspunten bij het indienen

– Enkel de hagelstorm van 7, 8 en 9 juni 2014 is erkend als ramp. Vul zeker één van deze data in wanneer u door de storm schade leed.

– Het is in uw voordeel om het dossier zo volledig mogelijk in te dienen.

– Verstuur het dossier bij voorkeur in tweevoud en aangetekend naar de Dienst Rampenfonds voor Oost-Vlaanderen (Kalandeberg 1, 9000 Gent). De Stad Gent neemt geen dossiers in ontvangst.

– Maak voor uzelf een kopie van het dossier en houd dit goed bij.

Dossiers ingediend na 30 september 2015 zijn laattijdig en zullen worden geweigerd.

Hulp nodig bij het opmaken van uw dossier?

Voor hulp voor het opmaken van een dossier kunnen de burgers terecht bij medewerkers van de Stad Gent:

– Het Loket Stedenbouw en Openbaar Domein Gent-Centrum: Zie de contactgegevens en openingsuren zoals eerder vermeld

– Het Dienstencentrum Oostakker, Oostakkerdorp 3, 9041 Oostakker

Enkel op afspraak bij Leïla Zerrouk: tel. 09 255 98 87, e-mail leila.zerrouk@stad.gent

Gezocht voor Aalst Carnaval 2016

0

logo-Oilsjt-carnavalGezocht voor Aalst Carnaval 2016

Voor Aalst Carnaval 2016 doet de Stad Aalst een oproep voor:

– Kandidaten voor Prins Carnaval

– Ontwerpers van de carnavalsaffiche

– Ontwerpers van de verbrandingspop

Steek een stukje van jezelf in Aalst Carnaval 2016. Zoals elk jaar gaat de Stad Aalst op zoek naar: een Prins Carnaval

Een Prins Carnaval van Aalst is niet alleen een notoir feestnummer, maar ook een ambassadeur voor onze stad. Wie wordt onze prins in 2016? Of krijgen we opnieuw een prinses? Wie zijn kans wil wagen kan er nog even over nadenken, want je kandidatuur moet binnen zijn vóór 10 september.

een carnavalsaffiche
Word jij de ontwerper van de carnavalsaffiche 2016? Breng je ontwerp binnen bij het team Cultuur, Evenementen en Infrastructuur, ten laatste op 18 augustus.

een verbrandingspop
Ben je lid van een officiële carnavalsgroep, een losse groep, een erkende Aalsterse Prinsenvereniging, een Aalsterse vereniging of de Academie voor Beeldende Kunsten van Aalst… dan ben jij misschien de volgende ontwerper van de vastenavondverbrandingspop 2016. Wie wenst deel te nemen, moet inschrijven vóór 1 juli.

Online
Alle deelnamereglementen en online invulformulieren vind je op www.aalst.be.

Evenementen
Keizersplein 21 bus b, 9300 Aalst
tel. 053 72 32 60
stadspromotie.organisatie@aalst.be
OPGELET! Correspondentieadres is Grote Markt 3, 9300 Aalst
Aalst, 2