...
Home Blog Pagina 526

Het einde van de melkquota: Nieuwe regels

0

koeHet einde van de melkquota: Nieuwe regels

1 april 2015 betekende het einde van de Europese melkquota, een regulerend instrument dat in 1984 werd ingevoerd als maatregel tegen de overproductie die de ‘boterberg’ en het ‘melkmeer’ hadden veroorzaakt. De markt zal nu voor het eerst in 30 jaar zelf de geproduceerde melkhoeveelheden bepalen. Zijn de Franse melkveehouders er klaar voor? Zal de afschaffing van de melkquota de melkproducenten in staat stellen de snel groeiende Aziatische markten te bevoorraden? Of aan de grote vraag naar bioproducten te voldoen?

Dominante positie in de Europese Unie
De wereldwijde productie, gestimuleerd door de groei van de opkomende economieën, is in de voorbije 30 jaar met 56% gestegen. In de Europese Unie daalde het verbruik tussen 2008 en 2013 met 2% maar werd de sector gesteund door het dynamisme van zijn export. Duitsland is de grootste Europese producent, met 22% van de totale productie, gevolgd door Frankrijk (17%) en het Verenigd Koninkrijk (10%).

Op wereldschaal is Frankrijk, met de 8ste plaats, eveneens een leider. De voorbije dertig jaar heeft de sector een aantal rationalisaties gekend die een daling van het aantal bedrijven en een snelle verbetering van de productiviteit hebben veroorzaakt. Bovendien waren de bedrijven in 1983 over heel Frankrijk verspreid en hebben de rationalisaties tot een grotere geografische concentratie geleid. In 2013 was de melkproductie in het westen van Frankrijk goed voor 6,8% van de totale productie van de EU.

Een laag insolventieniveau maar een door de volatiliteit van prijzen en kosten ondermijnde sector
De bedrijfsinsolventies in de Franse zuivelsector werden gekenmerkt door een grotere proportie melkveehouders. Dit werd echter gemilderd door de subsidies die de meeste van deze bedrijven ontvangen. De bedrijven van de sector hebben een veel lager insolventiecijfer dan het Franse gemiddelde, namelijk 0,38% tegenover 2,54%.

De sector is echter sterk blootgesteld aan de volatiliteit van de prijzen en de kosten, de grootste onzekerheidsfactoren in het beheer van een melkveebedrijf. Hij wordt ook gekenmerkt door productiemodellen die verschillen van hun tegenhangers in andere Europese landen. De heuvelboerderijen en gemengde veeteeltbedrijven zijn gevoeliger voor prijsschommelingen dan de veehouders op goede vlakke landbouwgrond. Geen enkel van deze modellen garandeert echter zonder subsidies een voldoende rentabiliteit. Daarom zijn de veehouders zo bang voor mogelijke prijsdalingen.

Bestaande strategieën en toekomstige ontwikkeling
Ten eerste zou een exportoffensief om nieuwe markten te veroveren Frankrijk ten goede komen. Het land is internationaal goed geplaatst en heeft een positieve handelsbalans en een reputatie voor producten van hoge kwaliteit. In de opkomende economieën en vooral in Azië groeit de vraag van de consumenten naar zuivelproducten. Bovendien hebben zuivelproducten een hoge inkomenselasticiteit: een bescheiden stijging van de inkomens leidt tot een sterke stijging van de vraag.

Ten tweede zal de verticale integratie van de productie/verwerking/distributieprocessen de operators helpen om hun marges in stand te houden. Frankrijk heeft veel manoeuvreerruimte in termen van de directe verkoop, die momenteel amper 3,3% van de totale omzet vertegenwoordigt.

Ten slotte blijft de verhouding landbouwgrond met biocertificering in Frankrijk weliswaar laag (vergeleken met de concurrenten), maar is ze sinds 2005 aan het stijgen. De Franse landbouwers hebben meer tijd nodig gehad om dit segment te benutten. Toch is het aantal melkrunderen met biocertificering de afgelopen tien jaar verdubbeld. Deze trend is een positief signaal, want hij betekent dat meer en meer Franse consumenten bereid zijn meer te betalen om gezonder te eten.

Ontbreken taalgaranties nefast voor Vlaamse Brusselaars

0

De N-VA is bezorgd om de taalgaranties bij de gemeenschappelijke huisartsenwachtdienst in Brussel. Via een ongezien en onwettig manoeuvre drong het RIZIV een samenwerking op tussen de Vlaamse en Franstalige huisartsenkringen voor de organisatie van deze wachtdienst. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block onderschreef de bezorgdheid van de N-VA in een uitgelekte brief aan de BHAK, maar ze trekt er tegelijkertijd haar handen van af. De N-VA vindt dit onverantwoord.
Maggie De Block
De Nederlandstalige Brusselse Huisartsenkring (BHAK) telt amper 100 artsen en kent dus een hoge werkdruk. Voor de organisatie van hun wachtdienst moeten ze dan ook samenwerken met hun Franstalige tegenhanger FAMGB (Fédération des Associations des Médecins Généralistes de Bruxelles), dat 1.700 artsen telt.

In november lag er een samenwerkingsvoorstel klaar, maar dat bevatte te weinig garanties dat Nederlandstalige patiënten in hun eigen taal behandeld zouden worden. De N-VA trok toen aan de alarmbel om het voorstel te herzien en betere taalvoorwaarden te bekomen. Iets minder dan de helft van de BHAK-leden deelde die bezorgdheid. Het voorstel werd afgeketst, want het RIZIV bepaalt dat zo’n belangrijke reorganisatie van een wachtdienst 70% van de stemmen moet krijgen.

Onvoldoende taalgaranties

“In plaats van betere taalgaranties te bekomen, kwam het RIZIV in maart op de proppen met een nieuwe stemming van exact hetzelfde voorstel. Maar plots gold de 70%-regel niet meer”, vertelt Liesbet Dhaene, Brussels parlementslid (N-VA). Een gewone meerderheid volstond ineens en de samenwerking werd een feit.
Image00013
Haar collega in het federaal parlement, Yoleen Van Camp, ondervroeg De Block over deze ongeziene praktijk. “Het antwoord luidde dat het onderwerp van beide stemmingen anders was. Iedereen weet dat het onderwerp hetzelfde was, en dat er dus ook bij de tweede stemming onvoldoende taalgaranties waren. We begrijpen niet dat de minister deze inmenging van het RIZIV zomaar laat passeren. Ze zegt dat ze dit dossier serieus zal nemen en dat ze zal toekijken op het naleven van de afspraken, dus ook de taalvereisten”, aldus Van Camp.
Yoleen Van camp
In een uitgelekte brief aan de BHAK schrijft De Block dat de hervormde wachtdienst te weinig garanties biedt op een kwaliteitsvolle verzorging in de eigen taal voor de Nederlandstalige patiënten in Brussel. Maar tegelijk zegt ze dat de beslissingen hierover de verantwoordelijkheid zijn van de huisartsenkring.

Taalgaranties levensbelangrijk

Dhaene en Van Camp reageren verbolgen. Van Camp: “Het betreft potentieel urgente situaties, waar de taal – of beter: het niet begrijpen ervan – mensenlevens kost. Dit dossier is cruciaal voor de Vlaamse Brusselaar en het loopt helemaal scheef. De afwezigheid van taalgaranties, een projectcoördinator die geen jota Nederlands spreekt, het RIZIV dat met de regels foetert om de samenwerking door te drukken en nu die brief aan de BHAK, waarin de minister alle verantwoordelijkheid afschuift.”

“De Vlaamse Brusselaar is de dupe van dit hallucinante verhaal”, besluit Dhaene. “Hoewel strijdig met de taalwetgeving, kunnen Vlaamse Brusselaars nu al vaak niet in hun eigen taal terecht in de IRIS- en OCMW-ziekenhuizen. Dit leidt tot schrijnende toestanden en risico op verregaande medische gevolgen. En nu is het Nederlands in de wachtdienst ook niet langer gegarandeerd. De samenwerking heeft bovendien tot gevolg dat de enige Nederlandstalige wachtpost, Terranova, ten dode opgeschreven is. Dit is onaanvaardbaar.”

Hagelstorm tussen 7 en 9 juni 2014 erkend als ramp

0

hagelstormGent – Hagelstorm tussen 7 en 9 juni 2014 erkend als ramp

De hagelstorm van 7, 8 en 9 juni 2014 is erkend als algemene ramp. Getroffenen kunnen vanaf 2 juni 2015 een dossier indienen bij het Rampenfonds en dit tot en met 30 september 2015.

Per Koninklijk Besluit van 7 mei 2015 werd de hagelstorm tussen 7 en 9 juni 2014 als algemene ramp erkend. Het grondgebied van Gent wordt volgens voornoemd Koninklijk Besluit als rampgebied erkend. Op 2 juni 2015 verscheen dit KB in het Belgisch Staatsblad.

Dit betekent dat de getroffenen vanaf nu hun dossiers voor het verkrijgen van een financiële tegemoetkoming kunnen indienen bij de Dienst Rampenfonds van de Provincie Oost-Vlaanderen, Kalandeberg 1, 9000 Gent. Aanvragen moeten ingediend worden op de laatste dag van de derde maand die volgt op de maand waarin het Koninklijk Besluit verschenen is in het Belgisch Staatsblad. In dit geval is de uiterste dag om deze aanvraag in te dienen 30 september 2015.

Hoe een schadedossier indienen?

– Via de aanvraagformulieren van het Rampenfonds kan een dossier ingediend worden. Deze formulieren kunnen gedownload worden via www.stad.gent/stormschade.

– Voor hulp bij het invullen van een schadedossier kunnen volgende documenten geraadpleegd worden op www.stad.gent/stormschade:

– checklists voor het invullen van de formulieren

– een overzicht van veelgestelde vragen en antwoorden

– een leidraad ‘Vademecum algemene rampen – Zo wordt uw dossier sneller afgehandeld’

Deze documenten kunnen ook afgehaald worden op volgende adressen:

– aan het Loket Stedenbouw en Openbaar Domein Gent-Centrum, AC Zuid (lokaal 307), Woodrow Wilsonplein 1, 9000 Gent, tel. 09 266 79 50, e-mail loketsod.gent@stad.gent

Open van maandag tot vrijdag van 8 tot 13 uur, op woensdag ook van 14 tot 18 uur.

– in het Dienstencentrum Oostakker, Oostakkerdorp 3, 9041 Oostakker, tel. 09 255 98 98,

e-mail dcoo@stad.gent

Open op maandag, dinsdag en vrijdag van 8 tot 13 uur en van 14 tot 16 uur, woensdag van 8 tot 13 uur en van 14 tot 18 uur, donderdag van 8 tot 13 uur.

– in het Mobiel Dienstencentrum te Sint-Kruis-Winkel (elke twee weken op donderdag van 10 tot 18 uur, aan de Georges De Baetsplaats, te beginnen met donderdag 4 juni).

Aandachtspunten bij het indienen

– Enkel de hagelstorm van 7, 8 en 9 juni 2014 is erkend als ramp. Vul zeker één van deze data in wanneer u door de storm schade leed.

– Het is in uw voordeel om het dossier zo volledig mogelijk in te dienen.

– Verstuur het dossier bij voorkeur in tweevoud en aangetekend naar de Dienst Rampenfonds voor Oost-Vlaanderen (Kalandeberg 1, 9000 Gent). De Stad Gent neemt geen dossiers in ontvangst.

– Maak voor uzelf een kopie van het dossier en houd dit goed bij.

Dossiers ingediend na 30 september 2015 zijn laattijdig en zullen worden geweigerd.

Hulp nodig bij het opmaken van uw dossier?

Voor hulp voor het opmaken van een dossier kunnen de burgers terecht bij medewerkers van de Stad Gent:

– Het Loket Stedenbouw en Openbaar Domein Gent-Centrum: Zie de contactgegevens en openingsuren zoals eerder vermeld

– Het Dienstencentrum Oostakker, Oostakkerdorp 3, 9041 Oostakker

Enkel op afspraak bij Leïla Zerrouk: tel. 09 255 98 87, e-mail leila.zerrouk@stad.gent

Gezocht voor Aalst Carnaval 2016

0

logo-Oilsjt-carnavalGezocht voor Aalst Carnaval 2016

Voor Aalst Carnaval 2016 doet de Stad Aalst een oproep voor:

– Kandidaten voor Prins Carnaval

– Ontwerpers van de carnavalsaffiche

– Ontwerpers van de verbrandingspop

Steek een stukje van jezelf in Aalst Carnaval 2016. Zoals elk jaar gaat de Stad Aalst op zoek naar: een Prins Carnaval

Een Prins Carnaval van Aalst is niet alleen een notoir feestnummer, maar ook een ambassadeur voor onze stad. Wie wordt onze prins in 2016? Of krijgen we opnieuw een prinses? Wie zijn kans wil wagen kan er nog even over nadenken, want je kandidatuur moet binnen zijn vóór 10 september.

een carnavalsaffiche
Word jij de ontwerper van de carnavalsaffiche 2016? Breng je ontwerp binnen bij het team Cultuur, Evenementen en Infrastructuur, ten laatste op 18 augustus.

een verbrandingspop
Ben je lid van een officiële carnavalsgroep, een losse groep, een erkende Aalsterse Prinsenvereniging, een Aalsterse vereniging of de Academie voor Beeldende Kunsten van Aalst… dan ben jij misschien de volgende ontwerper van de vastenavondverbrandingspop 2016. Wie wenst deel te nemen, moet inschrijven vóór 1 juli.

Online
Alle deelnamereglementen en online invulformulieren vind je op www.aalst.be.

Evenementen
Keizersplein 21 bus b, 9300 Aalst
tel. 053 72 32 60
stadspromotie.organisatie@aalst.be
OPGELET! Correspondentieadres is Grote Markt 3, 9300 Aalst
Aalst, 2

1 op 2 studenten haakt af tijdens lerarenopleiding

0
school

school1 op 2 studenten haakt af tijdens lerarenopleiding

Van alle studenten die een lerarenopleiding aanvatten, haakt 1 op 2 onderweg af. Dit blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Koen Daniëls (N-VA) opvroeg bij minister van Onderwijs Hilde Crevits. “Daarom moeten we durven analyseren wat de oorzaken zijn en welke oplossingen we kunnen aanreiken”, zegt Daniëls.

Drop-out is constant, groot verschil in vooropleiding
“Het cijfer van de drop-out (studenten die de studie aanvatten maar het diploma niet behalen) schommelt sinds 2008 rond de 50 procent. Het gemiddelde van alle studierichtingen in het hoger onderwijs bedraagt ongeveer 30 procent. Een opvallend verschil. Daarom moeten we durven analyseren wat de oorzaken zijn en welke oplossingen we kunnen aanreiken”, zegt Daniëls.

Niet enkel het afhaken is opmerkelijk, er is ook een stijging vast te stellen van het aantal studenten dat zijn studieduur verlengt. Van diegenen die in 2007 hun opleiding startten, voltooide 32 procent de opleiding binnen het ‘normale’ traject van 3 jaar. Bij de starters in 2011 zakte dit cijfer naar 25,5 procent. Daniëls: “Liefst 3 op de 4 studenten doet dus langer over de opleiding dan voorzien.”

Als de cijfers van de drop-out in detail worden bekeken, springt vooral het effect van de vooropleiding in het oog. Studenten uit het ASO hebben 35 procent kans om af te haken, uit het KSO 50 procent, uit het TSO 55 procent en studenten uit het BSO maar liefst 80 procent.

Bij het zoeken naar oorzaken kan men er niet omheen dat de lerarenopleiding steeds meer een ’tweede keuze’ lijkt te worden voor studenten. Meer dan de helft van de studenten in de lerarenopleiding heeft voorheen een andere opleiding aangevat, zo blijkt.

Eén leraar heeft effect op 1.000 leerlingen
Het debat over de hervorming van de lerarenopleiding is volop aan de gang en is één van de cruciale hervormingen van deze regeerperiode. In de toekomst zullen we meer studenten in de lerarenopleiding moeten aantrekken omwille van de pensioengolf en de stijging van de leerlingenaantallen. Daniëls benadrukt dat het minstens even belangrijk is om de juiste profielen aan te trekken. “Daarom zetten we in op een niet-bindende toelatingsproef voor de start van de opleiding. Zo’n proef peilt naar de voorkennis en de capaciteiten van de kandidaat-leerkracht en kan raad geven over de beste studie-oriëntatie. Door het feit dat niet iedereen ‘zomaar’ kan starten, zal de perceptie van beroep en opleiding ook stijgen.”

Daniëls: “Vergeet niet: één leraar zal op zijn hele carrière invloed hebben op de toekomst van 1.000 leerlingen! In de oriëntering naar en in de opleiding van leerkrachten moeten we daar rekening mee houden. Het lerarenberoep moet (terug) de waardering krijgen die het verdient. Hoog tijd dus voor het langverwachte lerarenloopbaanpact.”

Sanitair voor mindervaliden in stadspark Aalst

0

kattySanitair voor mindervaliden in stadspark (melkhuisje) Aalst klaar voor gebruik

Het Melkhuisje in het stadspark beschikt vanaf nu ook over sanitair voor mindervaliden. SD&P-raadslid Cathy Grysolle reageert verheugd: “Ik stelde de vraag twee jaar geleden al op de gemeenteraad. Ik ben blij dat dit nu in orde is.”

In maart 2013 vroeg Cathy Grysolle aan schepen van Openbare Werken Ann Van de Steen (SD&P) of het sanitair in het Melkhuisje niet kon aangepast worden aan mindervaliden. “Uit onderzoek bleek toen dat het wegens plaatsgebrek niet mogelijk was om het bestaande sanitair aan te passen”, vertelt Grysolle. “Het bijbouwen van een aangepast sanitair gebouw behoorde wel tot de mogelijkheden maar daarvoor was een vergunning nodig” stelt schepen Van de Steen.

De stad vroeg de stedenbouwkundige vergunning aan en nadat alles administratief in orde was, kon de bouw starten. “En nu kreeg ik bericht dat het sanitair gebouw aangepast aan mindervaliden klaar is”, zegt het tevreden raadslid (zelf moeder van een mindervalide zoon). “Er is echt behoefte aan dergelijk sanitair. Ik ben dan ook echt blij dat ook mensen met een beperking voortaan kunnen genieten van een terrasje na een wandeling in een mooi en toegankelijk stadspark.”

Hondsdolheid een gevaarlijke en dodelijke ziekte

0
Hondsdolheid een gevaarlijke en dodelijke ziekte Depositphotos_152577902_S

Hondsdolheid een gevaarlijke en dodelijke ziekte Depositphotos_152577902_SHondsdolheid een dodelijke ziekte en een voortdurend gevaar voor Europa

In Chambon-Feugerolles, dicht bij Saint-Etienne, in de Loirestreek in Frankrijk werd op 21 mei een geval van hondsdolheid gemeld bij een pup van 7 maanden.

De dag ervoor had hij zijn eigenaar en de hond van een buurman gebeten. Het Pasteurinstituut bevestigde dat het dier hondsdolheid (rabiës) had. De hond is afkomstig uit Hongarije en kwam in december 2014 illegaal Frankrijk binnen. Door typering van het virus kon zelfs bepaald worden dat de hond tijdens een bezoek aan Algerije – einde april 2015 – besmet werd.

Omwille van steeds terugkerende problemen met gezelschapsdieren die worden meegebracht uit landen binnen en buiten de Europese unie en die niet in orde zijn met de regelgeving voor hondsdolheid, wenst het FAVV de burger nogmaals attent te maken op het gevaar dat deze ziekte met zich meebrengt.

Hondsdolheid, of rabiës, is een zoönose (een besmettelijk ziekte die overgebracht kan worden van dieren naar mensen of omgekeerd) die in Oost-Europa, Turkije en Noord-Afrika nog steeds op grote schaal voorkomt. Volgens cijfers van de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) sterven er jaarlijks meer dan 55.000 mensen aan deze ziekte.

Hondsdolheid wordt veroorzaakt door een virus dat wordt uitgescheiden in het speeksel. Zodra er symptomen zijn is hondsdolheid bij mens en dier altijd dodelijk ! Mensen kunnen besmet raken, niet enkel door een beet, maar ook door krabben, likken of contact met een wonde van een besmet dier. Een besmet dier vertoont niet altijd duidelijke symptomen en het kan tot zes maanden duren vooraleer de eerste symptomen zichtbaar zijn. Daarenboven zijn dieren reeds besmettelijk voordat ze zelf enige symptomen vertonen.

Breng hoe goedbedoeld ook, nooit dieren mee uit risicolanden !
Vanaf 29 december 2014 is er een nieuwe Europese regelgeving van kracht moet worden toegepast door alle Lidstaten ivm reizen met gezelschapsdieren (honden, katten en fretten). Deze harmonisatie bedoelt een gemeenschappelijke aanpak in de strijd tegen hondsdolheid in Europa.

Deze verstening van de maatregelen wijst op de grote bezorgdheid en het belang dat Europa hecht aan de strijd tegen hondsdolheid.

Reist u met uw huisdier binnen Europa dan is vereist :
– een Europees paspoort,
– identificatie met een chip,
– een correcte vaccinatie tegen rabiës dwz
geen vaccinatie voor de leeftijd van 12 weken
ten minste 21 dagen wachten na vaccinatie vooraleer met uw huisdier binnen Europa te reizen, dus niet voor de leeftijd van 16 weken.

Bij invoer van buiten de EU is vereist :
– identificatie met een chip,
– vaccinatie tegen rabiës,
– de nodige gezondheidsbewijzen(afhankelijk van het land van herkomst),,
– meestal ook een bloedtest en een wachttijd van 30 dagen doorlopen (afhankelijk van het land van herkomst).
Een zekere diagnose kan enkel verkregen worden na autopsie van het dier. Dit is de reden waarom er na een ernstige risicoanalyse en wanneer het echt nodig is wordt overgegaan tot euthanasie van een dier, zoals reeds meerdere malen het geval is geweest.

Daarom :
– vermijd contact met huisdieren / wilde dieren in landen waar nog hondsdolheid heerst;
– breng geen dieren mee van buiten de EU, tenzij voldaan werd aan alle voorwaarden voor invoer;
– breng enkel dieren uit een ander Europees land mee die gevaccineerd en geïdentificeerd zijn en waarvan je de achtergrond kent.
– hondsdolheid kan tot 6 maanden sluimeren in een besmet dier vooraleer het zichtbaar wordt. Al die tijd zal het dier gezond ogen, maar door zijn besmettelijkheid toch een tikkende tijdbom zijn!
Houdt u aan de voorgeschreven regels, anders brengt u het leven van u zelf, van uw kinderen, van uw medeburgers en van andere gezelschapsdieren in gevaar !

meer informatie : www.favv.be -> homepage -> reizen met gezelschapsdieren
Coördinaten van de PCE’s : www.favv.be -> contact -> PCE’s

http://www.health.belgium.be -> dieren en planten -> reizen met gezelschapsdieren

http://agriculture.gouv.fr/Rage-situation-en-France

Ter herinnering !

In België is vaccinatie tegen hondsdolheid voor honden steeds VERPLICHT ten zuiden van Samber en Maas en op alle Belgische kampeerterreinen.

Indien u op reis gaat met uw huisdier (hond, kat en fret), neem dan tijdig contact op met uw dierenarts en met de Provinciale Controle-Eenheid van het FAVV in uw buurt. Zo komt u niet voor onaangename verassingen te staan!

Heb je een nieuwe hond of overweeg je een hond te nemen? Dan zoek je ongetwijfeld nog een naam voor je nieuwe beste vriend! Op dierennamen kan je snel en gemakkelijk hondennamen vinden.

IVAGO – Gentse politiek steekt kop in het zand

0

afval“Gentse politiek steekt kop in ’t zand i.v.m. staking in IVAGO. Het aanstellen van een sociaal bemiddelaar is daar het bewijs van. Zo moet men het probleem zelf niet oplossen.” zegt Christel Demerlier, Voorzitter Vlaams Gewest VSOA-lrb

In feite zou er totaal geen sociaal conflict zijn geweest, had het bestuur niet nagelaten om kordaat en direct in te grijpen waar nodig.
Het probleem zit heel diep maar was eigenlijk eenvoudig op te lossen.

De diverse gebreken omtrent de lonen slepen al veel te lang aan. Dit had men onmiddellijk kunnen aanpakken en oplossen. In kader van de management-problematiek en de talloze, door de vakbonden aangekaarte incidenten, had men direct moeten ingrijpen. Een recent individueel dossier heeft ervoor gezorgd dat de emmer overliep en dat men nu in deze impasse zit.

Het is inderdaad frappant dat personeelsleden – op een voetstap van hun pensioen – schijnbaar niet meer zouden functioneren, terwijl bijna het ganse management al een hele tijd disfunctioneert en ongemoeid wordt gelaten.

De onrespectvolle manier van handelen én het afdreigen van personeelsleden zijn een dagdagelijks gegeven binnen IVAGO. De leugens en verwijten van en door het management worden als normaal beschouwd. De eerdere vraag van VSOA-lrb om dringend een risicoanalyse te organiseren werd diplomatisch op de lange baan geschoven. Zo blijft alles voorlopig netjes toegedekt.

Het respect van het management naar de vakbonden, het personeel én de afgevaardigden toe, is zoek. Meer zelfs, de vakbondsafgevaardigden worden
geviseerd en op een vakkundige wijze de mond gesnoerd.

Het wordt tijd dat men de ware toedracht van de problematiek eens duidelijk in kaart brengt en de nodige beslissingen neemt ten aanzien van diegenen die dit hebben veroorzaakt.

Christel Demerlier
Voorzitter Vlaams Gewest VSOA-lrb

Bouw van nieuwe onderdoorgang in station Aalst

0

station aalst

Bouw van nieuwe onderdoorgang in station Aalst start begin 2016

NMBS, Infrabel, De Lijn en de stad Aalst bouwen de stationsomgeving van Aalst uit tot een vlot verkeersknooppunt. Na de heraanleg van het Statieplein en omliggende straten, het Werfplein, het nieuwe busstation en de nieuwe fietsenstalling is het binnenkort de beurt aan de nieuwe onderdoorgang in het station Aalst. Ruimte Vlaanderen heeft hiervoor onlangs de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd. De werken starten begin 2016 en in 2018 moet alles klaar zijn.

De nieuwe onderdoorgang voor voetgangers en fietsers komt op de plaats van de huidige diensttunnel in het station Aalst. De onderdoorgang wordt 8 meter breed en 4 meter hoog, met langs de ene kant liften en trappen en langs de andere kant een fietspad.

De onderdoorgang krijgt vier transparante liften. Dankzij deze liften kunnen minder mobiele reizigers en reizigers met veel bagage of kinderwagen de perrons vlotter en comfortabeler bereiken. De huidige onderdoorgang blijft in gebruik.

De nieuwe tunnel zal later aansluiten op een nieuw NMBS-dienstgebouw en een nog te bouwen parkeergebouw en fietsenstalling. Er is ook projectontwikkeling gepland.

Het fietspad in de nieuwe onderdoorgang zal aansluiten op een nog te bouwen fiets- en voetgangersbrug over de Dender waardoor er een nieuwe snelle verbinding ontstaat tussen linker-en rechteroever.

Voor de N-VA fractie is de maat vol in Lebbeke

0

ann vervlietVoor de N-VA fractie is de maat in Lebbeke vol zegt An Vervliet. N-VA dient motie van wantrouwen tegen de voorzitter van de gemeenteraad in.

In het verleden is de voorzitter van de gemeenteraad, een taak die in Lebbeke ingevuld wordt door de burgemeester, reeds meermaals aangesproken over zijn ongepast optreden tijdens de gemeenteraadszittingen. Verschillende oppositiepartijen dienden klachten in bij de gouverneur, waaronder huidige coalitiepartner CD&V (maart 2011).

De druppel die voor ons de emmer deed overlopen is de rechtstreekse persoonlijke aanval op één van onze fractieleden op de jongste gemeenteraad (30/4/15).

De voorzitter balanceert op de fijne lijn tussen wat mag en wat niet mag:

Hij beïnvloedt de gemeenteraadsleden bij de individuele stemmingen

Hij kleineert de oppositie wanneer hij zich niet met degelijke argumenten kan verdedigen. Kijk hiervoor maar naar de N-VA tussenkomsten op de Ruimtelijke Uitvoeringsplannen.

Hij misbruikt zijn rol als voorzitter, die o.a. bepaalt wie wanneer spreekrecht heeft, om een persoonlijke aanval te lanceren tegen de raadsleden

Wij dienen met de N-VA gemeenteraadsfractie dan ook een motie van wantrouwen tegen de voorzitter van de gemeenteraad in.

Sinds 2007 is de burgemeester niet automatisch meer voorzitter van de gemeenteraad, maar elk lid van de groep gemeenteraadsleden komt wettelijk in aanmerking voor deze functie.

Gezien de opeenstapeling van feiten, achten wij het wijs om de functie van gemeenteraadsvoorzitter en burgemeester te ontkoppelen.

Vandaar dat wij eisen dat de huidige burgemeester zijn rol als voorzitter van de gemeenteraad overdraagt aan een ander gemeenteraadslid, iemand die wel objectief optreedt en zijn rol als scheidsrechter tussen de verschillende partijen ten gronde vervult.

Wij hopen op deze manier een rustig en vreedzaam verloop van de raad te bekomen waarin alle voorstellen op een democratische manier kunnen worden besproken.

An Vervliet, fractievoorzitter: “Met 9 vóór stemmen, 1 onthouding en 15 tegen stemmen, heeft onze motie het jammer genoeg niet gehaald. Wij hebben met de N-VA fractie echter een duidelijk statement kunnen maken en hopen dat de volgende gemeenteraden in een meer democratische en vredige sfeer kunnen verlopen. De inwoners van onze gemeente hebben geen nood aan een kibbelende gemeenteraad. Wij blijven verder constructief oppositie voeren door enerzijds de meerderheidsvoorstellen met een kritisch oog te bekijken en anderzijds door zelf positieve, opbouwende voorstellen in te dienen.”