...

1 op 2 studenten haakt af tijdens lerarenopleiding

school1 op 2 studenten haakt af tijdens lerarenopleiding

Van alle studenten die een lerarenopleiding aanvatten, haakt 1 op 2 onderweg af. Dit blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Koen Daniëls (N-VA) opvroeg bij minister van Onderwijs Hilde Crevits. “Daarom moeten we durven analyseren wat de oorzaken zijn en welke oplossingen we kunnen aanreiken”, zegt Daniëls.

Drop-out is constant, groot verschil in vooropleiding
“Het cijfer van de drop-out (studenten die de studie aanvatten maar het diploma niet behalen) schommelt sinds 2008 rond de 50 procent. Het gemiddelde van alle studierichtingen in het hoger onderwijs bedraagt ongeveer 30 procent. Een opvallend verschil. Daarom moeten we durven analyseren wat de oorzaken zijn en welke oplossingen we kunnen aanreiken”, zegt Daniëls.

Niet enkel het afhaken is opmerkelijk, er is ook een stijging vast te stellen van het aantal studenten dat zijn studieduur verlengt. Van diegenen die in 2007 hun opleiding startten, voltooide 32 procent de opleiding binnen het ‘normale’ traject van 3 jaar. Bij de starters in 2011 zakte dit cijfer naar 25,5 procent. Daniëls: “Liefst 3 op de 4 studenten doet dus langer over de opleiding dan voorzien.”

Als de cijfers van de drop-out in detail worden bekeken, springt vooral het effect van de vooropleiding in het oog. Studenten uit het ASO hebben 35 procent kans om af te haken, uit het KSO 50 procent, uit het TSO 55 procent en studenten uit het BSO maar liefst 80 procent.

Bij het zoeken naar oorzaken kan men er niet omheen dat de lerarenopleiding steeds meer een ’tweede keuze’ lijkt te worden voor studenten. Meer dan de helft van de studenten in de lerarenopleiding heeft voorheen een andere opleiding aangevat, zo blijkt.

Eén leraar heeft effect op 1.000 leerlingen
Het debat over de hervorming van de lerarenopleiding is volop aan de gang en is één van de cruciale hervormingen van deze regeerperiode. In de toekomst zullen we meer studenten in de lerarenopleiding moeten aantrekken omwille van de pensioengolf en de stijging van de leerlingenaantallen. Daniëls benadrukt dat het minstens even belangrijk is om de juiste profielen aan te trekken. “Daarom zetten we in op een niet-bindende toelatingsproef voor de start van de opleiding. Zo’n proef peilt naar de voorkennis en de capaciteiten van de kandidaat-leerkracht en kan raad geven over de beste studie-oriëntatie. Door het feit dat niet iedereen ‘zomaar’ kan starten, zal de perceptie van beroep en opleiding ook stijgen.”

Daniëls: “Vergeet niet: één leraar zal op zijn hele carrière invloed hebben op de toekomst van 1.000 leerlingen! In de oriëntering naar en in de opleiding van leerkrachten moeten we daar rekening mee houden. Het lerarenberoep moet (terug) de waardering krijgen die het verdient. Hoog tijd dus voor het langverwachte lerarenloopbaanpact.”