Foto: Start eerste leerjaar met voorloper Koen Van Rie
Op woensdag 23 september organiseerde de sportdienst van Geraardsbergen, in samenwerking met de plaatselijke atletiekclub ACG en de Stichting Vlaamse Schoolsport, de jaarlijkse scholenveldloop op de terreinen van het St. Jozefsinstituut.
Ondanks het slechte weer namen alle Geraardsbergse scholen deel. In totaal 868 leerlingen, waarvan 190 van het secundair onderwijs.
Sinds meer dan dertig jaar wordt met deze veldloop een nieuw interscholen-sportseizoen op gang geschoten.
Foto: Start eerste leerjaar met voorloper Koen Van Rie
Overval op kruidenierswinkel te Kerksken (Groot Haaltert)
Donderdag 24/09/2015 is de eigenares van het kruidenierswinkeltje, gelegen op de steenweg Aalst – Geraardsbergen (Terlicht Kerksken) omstreeks 18 uur overvallen door drie jongeren.
Volgens een buurtbewoner zou Mariake, zoals iedereen in de buurt haar kent, er nog redelijk goed vanaf zijn gekomen, buiten een paar blauwe plekken valt het al bij al nog goed mee zegt de man. De politie deed onmiddellijk na de feiten een buurtonderzoek. Vermoedelijk zou het gaan om drie jonge daders.
Maria is in de buurt heel goed gekend en heeft jaar en dag haar winkeltje langs de steenweg Aalst – Geraardsbergen met veel plezier open gehouden.
De bouw van het Eurostadion Brussel komt ernstig op de helling te staan door een beslissing van de raad van bestuur van R.S.C.A gisterenavond. Daar besliste de raad van bestuur en wij citeren:” De Raad van Bestuur heeft alle elementen van het dossier grondig geëvalueerd waarna zij heeft besloten dat het huidige project niet meer verzoenbaar is met de visie op de verdere ontwikkeling op lange termijn van de club. De club zal blijven werken aan een moderne accommodatie waar de supporters in de beste omstandigheden hun favoriete ploeg kunnen aanmoedigen” einde citaat.
Het hele stadiondossier komt door het gesjoemel en de leugens ernstig in het gedrang aldus het Brussels parlementslid, die prompt terug de renovatie van het Koning Boudewijn stadion voorstelt. Wordt ongetwijfeld vervolgd!
Borstreconstructie na kanker : wat is een redelijk ereloon?
14 tot 20% van de vrouwen die een borstoperatie hadden omwille van kanker, kiest voor een borstreconstructie. In theorie wordt deze ingreep terugbetaald door de ziekteverzekering. De laatste jaren is er echter een wijd verspreid ongenoegen over de ‘esthetische supplementen’ die bijkomend voor de operatie worden aangerekend, o.a. voor de autologe reconstructies. Bij deze laatste ingrepen wordt de borst gereconstrueerd met behulp van huid-, spier- en/of vetweefsel van de patiënte. De plastisch chirurgen rekenen deze supplementen aan omdat ze de vergoeding van het RIZIV te laag vinden in verhouding tot de complexiteit van de ingreep.
Aan het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) werd gevraagd om cijfergegevens te bezorgen, o.a. gebaseerd op een objectieve tijdmeting van de operatieduur. Deze kunnen nu dienen als basis voor discussies over een (eventuele) herziening van de RIZIV-vergoeding.
De belangrijkste hinderpaal bij deze studie was namelijk dat er voor artsen geen basis-uurtarief bestaat dat algemeen wordt aanvaard. Om tot een echte oplossing te komen moeten volgens het KCE alle erelonen globaal worden geherevalueerd, zoals het KCE al voorstelde in zijn conceptueel kader voor de hervorming van de ziekenhuisfinanciering (KCE-rapport 229). De cijfers in voorliggend rapport kunnen dus enkel een tijdelijke oplossing bieden om uit de impasse te geraken.
Een zeer persoonlijke keuze
Jaarlijks worden meer dan 10 000 vrouwen door borstkanker getroffen. Bij de meerderheid wordt de tumor, of zelfs de volledige borst, operatief verwijderd, wat uiteraard een erg nefaste impact kan hebben op het eigen lichaamsbeeld. Daarom wordt een borstreconstructie in ons land beschouwd als een onderdeel van de behandeling en wordt ze terugbetaald door de ziekteverzekering (RIZIV).
Ongeveer de helft van alle borstreconstructies in ons land zijn autologe reconstructies. De andere helft bestaat uit reconstructies met een borstprothese. Bij autologe reconstructies wordt de borst gereconstrueerd met huid-, spier- en/of vetweefsel van de patiënte. Ze worden ook “eigen weefsel reconstructies” genoemd, en er bestaan verschillende types (DIEP, LDF, TRAM, …).
Niet alle vrouwen wensen een reconstructie na een borstoperatie: in België bedraagt hun aandeel 14 tot 20% van de geopereerde vrouwen. De beslissing is dan ook zeer persoonlijk, en wordt om heel verschillende redenen genomen. Alleszins zouden financiële overwegingen de keuze van de vrouw niet mogen beïnvloeden.
‘Esthetische supplementen’
De laatste jaren is er echter een wijd verspreid ongenoegen over de soms zeer hoge ‘esthetische supplementen’ die voor een autologe reconstructie uit eigen zak moeten worden betaald. Volgens een onderzoek van de Vlaamse Liga tegen Kanker bedragen deze supplementen gemiddeld 2620€.
De plastisch chirurgen vinden dat deze door hen aangerekende supplementen voor autologe reconstructies gegrond zijn omdat het ereloon dat het RIZIV hen betaalt (bv. 1527€ voor een DIEP) veel te laag ligt in verhouding tot de complexiteit en de zwaarte van de interventie. De ingreep duurt soms zeer lang en vereist veel deskundigheid en ervaring en, in sommige gevallen, een specifieke expertise in microchirurgie.
Na het mislukken van verschillende onderhandelingen tussen de plastisch chirurgen en het RIZIV werd aan het KCE gevraagd om berekeningen te maken, om te dienen als basis voor discussie bij een (eventuele) herziening van de RIZIV-tarieven. Het was eveneens een goede gelegenheid om de veiligheid van de interventies en de tevredenheid van de patiëntes na te gaan.
Geen betrouwbare gegevens over de graad van tevredenheid van de vrouwen
Uit de wetenschappelijke literatuur kan niet worden opgemaakt of vrouwen na een autologe reconstructie meer of minder tevreden zijn dan degenen die helemaal geen reconstructie hadden of die een reconstructie met een prothese kregen. Er leken zich niet meer complicaties voor te doen dan bij andere chirurgische ingrepen.
Data van tien teams gedurende 3 maanden
Voor de berekening van een billijk ereloon voor de plastisch chirurg baseerde het KCE zich op een beproefde methode. In een eerste stap werd de duur van de verschillende fasen van een interventie zeer nauwkeurig gemeten. Tien Belgische chirurgische teams werden bereid gevonden om gedurende 3 maanden de duur van de verschillende chirurgische fasen van hun autologe reconstructies te meten, net als die van de aanvullende ingrepen (zoals het symmetrisch maken van beide borsten of de reconstructie van de tepel) en die van de eventuele ingrepen bij complicaties.
De volgende stap is het vermenigvuldigen van de gemeten interventieduur vermenigvuldigd met het uurtarief van elk van de betrokken zorgverleners. Wat op het eerste zicht eenvoudig en logisch lijkt, bleek in realiteit echter zeer complex te zijn, omdat er nu eenmaal voor artsen geen basis-uurtarief bestaat dat algemeen wordt aanvaard.
Om die reden werden verschillende scenario’s uitgewerkt, gebaseerd op hypothetische uurtarieven. Afhankelijk van het scenario, kwamen er grote verschillen naar boven. Voor een reconstructie met een vrije flap van het type DIEP, die het vaakst wordt uitgevoerd in ons land, schommelt de gemiddelde kostprijs tussen minimum 1125€ (dus lager dan de huidige RIZIV-vergoeding van 1527€) en maximum 2584€. Wanneer er ook nog aanvullende ingrepen worden uitgevoerd, moet bij dit bedrag ook nog de kostprijs daarvan worden toegevoegd, zoals bijvoorbeeld van een lipofilling, een liposuctie, een tepelreconstructie, een tatoeage van tepel en tepelhof, of een littekencorrectie.
Enkel een tijdelijke oplossing
Het KCE benadrukt dat het op die manier berekenen van de kostprijs van één enkele interventie een zeer zware methode is, met slechts een beperkte geldigheid. Het aanvaardde deze opdracht alleen omdat het RIZIV zich, door de impasse in de onderhandelingen, in een delicate situatie bevond en dringend om een oplossing vroeg. De voorgestelde cijfers kunnen daarom enkel worden gebruikt als tijdelijke oplossing. Het echte antwoord op deze vraag moet komen van een globale herevaluatie van de medische erelonen, zoals het KCE ook al voorstelde in zijn conceptueel kader voor de hervorming van de ziekenhuisfinanciering (KCE-rapport 229).
Bron: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
In het debat over het boerkini-verbod is het cruciaal dat de fundamentele gelijkheid tussen vrouwen en mannen primeert over het cultuurrelativistische gebruik van het recht op godsdienstvrijheid, stelt Els Van Hoof van de CD&V Werkgroep Vrouw en Maatschappij.
Het Interfederaal Gelijkekansencentrum (IGK) onderzoekt een aantal klachten over het verbod om een boerkini – een islamitisch, lichaamsbedekkend badpak – te dragen in verschillende stedelijke zwembaden. Vrouwen die een boerkini dragen in stedelijke zwembaden beroepen zich hiervoor op hun recht tot godsdienstvrijheid. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum stelt dan ook dat het boerkini-verbod een overtreding van de discriminatiewet betreft. Tevens heeft het Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid in een advies aangehaald dat argumenten omtrent de hygiëne en onveiligheid van de boerkini niet van toepassing zijn. Waar komt het verbod dan vandaan?
Volgens CD&V Werkgroep Vrouw en Maatschappij is één van de fundamentele waarden die in dit debat moet primeren de gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Het is op dit niveau dat de discussie gevoerd dient te worden, niet door middel van cultuurrelativistische argumenten. Gendergelijkheid is niet ondergeschikt aan de vrijheid van religie. Levensbeschouwingen mogen niet gebruikt worden als excuus om vrouwen te onderdrukken of dat vrouwen zich in naam van religie verplicht voelen om een boerkini te dragen.
In een vonnis van 2013 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in een bepaalde zaak godsdienstvrijheid laten primeren op gendergelijkheid. “Deze algemene tendens heeft als resultaat dat de onderdrukking van de vrouw binnen een bepaalde cultureel-religieuze context niet mag aangekaart worden. En dat is verkeerd”, zegt Algemeen Voorzitster van V&M Els Van Hoof.
De speeches van Europa’s Vertegenwoordiger voor de Mensenrechten, de heer Stavros Lambrinidis, worden steevast gekenmerkt door de volgende rode draad: mensenrechten zijn de stem van de zwakkeren tegen het cultuurrelativisme van de machtigen. Deze lijn kunnen we doortrekken naar gelijke rechten tussen mannen en vrouwen. “De gelijkheid tussen vrouwen en mannen mag niet ondergraven worden door het recht op godsdienstvrijheid”, aldus voorzitster Els Van Hoof. “Het Interfederaal Gelijkekansencentrum (IGK) dient zich daarom over dit argument te beraden om ervoor te zorgen dat rond dit dossier de fundamentele gelijkheid tussen mannen en vrouwen primeert boven cultuurrelativistische argumenten.”
“Wij pleiten voor een betrokken samenleving, een samenleving waarin men elkaar, elk in haar en zijn eigenheid, verstaat. Levensbeschouwingen mogen, wat ons betreft moéten, meegenomen worden in de manier waarop wij onze gedeelde samenleving inrichten. Maar wij vragen wel dat dit gebeurt met respect voor alle rechten en vrijheden en dus ook met respect voor de gelijkheid tussen vrouwen en mannen.” zegt Els van Hoof, Algemeen Voorzitster Vrouw & Maatschappij
Versoepelde voorwaarden voor energiebesparende maatregelen in sociale woningen
Binnenkort zullen sociale huisvestingsmaatschappijen makkelijker subsidies kunnen krijgen voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen aan hun sociaal patrimonium.
Eind 2013 besliste de Vlaamse Regering op voorstel van Vlaams minister Schauvliege om 7,8 miljoen euro uit het Vlaams Klimaatfonds ter beschikking te stellen aan de sociale huisvestingsmaatschappijen voor grondige energetische renovatie van woningen en appartementen. Deze middelen werden evenwel slechts in 1 dossier aangewend.
“Daarom drong ik er bij de minister op aan om deze problematiek op korte termijn aan te pakken en de strenge voorwaarden te versoepelen. Er wordt nu gevolg gegeven aan mijn oproep zodat sociale huisvestingsmaatschappijen volop kunnen inzetten op energetische renovatie en hiervoor de voorhanden zijnde subsidies kunnen aanwenden”, stelt Vlaams parlementslid Valerie Taeldeman.
De renovatienood in de sociale huisvestingssector is immers enorm groot: “Als we tegen 2020 alle sociale woongelegenheden energiezuinig willen maken, moeten we alle mogelijke middelen aanwenden om sociale huisvestingsmaatschappijen te stimuleren hierin te investeren. De minister grijpt nu in en herbekijkt de subsidievoorwaarden.”
Concreet vervallen de vereisten rond collectieve energetische voorzieningen en de installatiestudie. Bovendien zal de subsidie kunnen aangevraagd worden bij de start van de werken en niet meer na de voltooiing, zodat de sociale huisvestingsmaatschappijen reeds in een vroeg stadium een duidelijk zicht krijgen op de ondersteuning die ze kunnen genieten. Tenslotte zal een eerste schijf van 80% van het subsidiebedrag uitbetaald worden bij aanvang van de werken.
“De versoepeling van de voorwaarden voor deze financiële ondersteuning is een grote stap vooruit voor de sociale huisvestingsmaatschappijen. Voortaan zullen meer energiebesparende maatregelen in sociale woongelegenheden financieel kunnen ondersteund worden via het Vlaams Klimaatfonds”, aldus Taeldeman.
Naast de financiële middelen van het Vlaams Klimaatfonds zijn er premies ter beschikking van sociale huisvestingsmaatschappijen voor rationeel energieverbruik. Tot eind 2018 kan er gebruik gemaakt worden van een budget van 28,5 miljoen euro. 50% van deze middelen werd reeds aangewend door de sociale huisvestingsmaatschappijen, o.m. voor het vervangen van enkel glas en het vervangen van verouderde stookketels. Op dit ogenblik is er nog een budget van 14 miljoen ter beschikking.
Ingekorven vleermuis met zender werd voor het eerst in Vlaanderen 23 kilometer lang gevolgd
De provincie zet in op prioritaire diersoorten die extra bescherming nodig hebben. In België zijn 13 van de 21 vleermuizensoorten bedreigd waaronder de ingekorven vleermuis. In opdracht van de provincie onderzoekt Natuurpunt op dit moment de populatie van vleermuizen in het Fort van Broechem in Ranst.
In het kader van dit onderzoek zijn vleermuisspecialisten van N8 en Natuurpunt er voor het eerst in Vlaanderen in geslaagd om een zender op een ingekorven vleermuis te bevestigen. Hierdoor konden ze de volledige vliegroute van 1 avond/nacht in kaart brengen. Het resultaat is verbluffend en toont aan dat de dieren een groot jachtgebied hebben. Charlotte, zoals het proefdier werd gedoopt, vloog van Ranst over Nijlen, Herenthout tot in Herentals. In haar tocht van maar liefst 23 kilometer werd zij gevolgd door het onderzoeksteam die zo interessante informatie kon vergaren.
De pers is uitgenodigd voor een toelichting op vrijdag 25 september op één van de stopplaatsen van de vleermuis: het provinciale groendomein de Kesselse Heide. De onderzoekers geven meer uitleg over de bekomen resultaten en zij demonstreren de werkwijze en apparatuur die dit mogelijk maken. Gedeputeerde Rik Röttger bevoegd voor Leefmilieu licht het belang van deze resultaten toe. Media die wensen kunnen met de wagen een deel van het gevlogen parcours van Charlotte afleggen om zo haar habitat in beeld te brengen.
97 % van de Belgische webwinkels respecteert de consumentenwetgeving
Amper 7 pv’s op 266 gecontroleerde ondernemingenBrussel, 24 september 2015 – Uit een onderzoek van 266 Belgische webwinkels bleek dat 97 % de regels respecteert. Tussen oktober 2014 en februari 2015 onderwierp de Economische Inspectie van de FOD Economie 266 onlineshops uit diverse sectoren aan een grondige controle. In totaal werden 7 processen-verbaal doorgestuurd naar het parket.
Steeds meer Belgen doen hun aankopen online
Uit de Barometer van de informatiemaatschappij van de FOD Economie bleek dat 54 % van de Belgen in 2014 online aankopen deed (in 2013 was dit nog maar 48 %). Ze bestellen of kopen vooral bij Belgische verkopers (80 % van de Belgen die online een aankoop deden in 2014 gaf aan dit bij een Belgisch bedrijf gedaan te hebben). De producten die Belgen online kopen, zijn hoofdzakelijk (sport)kleding, reizen en tickets voor evenementen.
Doel van de campagne
De doelstelling van het onderzoek was te controleren of Belgische webwinkels de algemene regels over elektronische handel en verkoop op afstand respecteerden. De 266 gecontroleerde webwinkels zijn in België gevestigd en komen uit diverse sectoren. De Economische Inspectie keek onder meer na of de consument correct geïnformeerd wordt over:
• de prijs en verzendkosten,
• de kenmerken van het product,
• het herroepingsrecht en
• de contactgegevens van de handelaar.
Resultaten
Bij bijna 63 % van de onderzochte webwinkels werd bij een eerste controle een inbreuk geconstateerd. Dit betekent uiteraard niet dat er bij al deze webwinkels ernstige problemen werden vastgesteld, wel integendeel. Vaak ging het om een relatief klein probleem, te wijten aan onwetendheid. Voorbeelden hiervan zijn het ontbreken van het modelformulier voor de herroeping van het product of de dienst (dat slechts enkele maanden voor het onderzoek verplicht werd) of het ontbreken van het ondernemingsnummer bij de contactgegevens op de website.
“De webwinkels waarbij een probleem werd vastgesteld, kregen een waarschuwing. De overgrote meerderheid voerde snel de nodige correcties door. Uiteindelijk waren 97 % van de gecontroleerde webwinkels volledig in orde, een positief resultaat. Slechts 7 webwinkels bleken hardleers”, aldus Chantal De Pauw, woordvoerster van de FOD Economie. Tegen deze 7 webwinkels werd een proces-verbaal voor het parket opgesteld.
Minister van Economie en Consumentenzaken Kris Peeters stelt vast: “De consument kan met een gerust hart winkelen bij de Belgische webwinkels voor het aankopen van bijvoorbeeld tickets voor optredens, reizen, kledij, of ICT-apparatuur. Samen met de Economische Inspectie blijven we dit controleren, en we sensibiliseren uiteraard ook de handelaars. Maar het mag gezegd: de Belgische webwinkels zijn een voorbeeld.”
Wim Tellier legt 3000 m2 grote foto op het strand van Knokke-Heist: Project Time
Kunstenaar Wim Tellier maakt grootschalige kunstinstallaties door foto’s te integreren in omgevingen als een vorm van landscape art. Hij vergaarde internationale erkenning met volgende kunstprojecten: “We Wish” in 2006, waarbij hij een blow-up van zijn zoontje van 600 m² maakte en in diverse wereldsteden integreerde, met als laatste toplokatie de Santa Monica Pier in Los Angeles; “Protect 7-7” in 2009, met de eerste kunstinstallatie op Antarctica bestaande uit 6 blow-ups van 800m2 ; in 2013 “We Drift” een kunstinstallatie bestaande uit 1000 foto’s van 16m2 die aan de mensen getoond werd dmv een natuurlijke kracht, een getijdenrivier. In 2014 realiseerde hij met Canon 2 kunstinstallaties op Tomorrowland. Eén installatie omvatte 46 camera’s om een van de meest unieke groepsportretten aller tijden te maken.
Wim Tellier verlegde zijn grenzen met zijn nieuw kunstproject project “TIME ”.
Op het strand van Knokke-Heist integreerde hij een cirkelvormig beeld van 3.000m². Het is een beeld met een dubbele beeldvorming, waarvan het hoofdobject een kwetsbare krab is dat liefst 1.000 maal vergroot werd. De achtergrond bestaat uit fish-eye foto’s van unieke landschappen waarvoor Wim Tellier de hele wereld rondreisde. Deze beelden hebben de bedoeling de toeschouwers een open kijk op de wereld te geven.
Het grafische en logistieke aspect van het project is vooruitstrevend en revolutionair. Het fotobestand is meer dan 400 Gigabyte! Gezien deze gigantische resolutie werd het beeld door Canon gedrukt in 56 stukken die nadien naadloos aan elkaar werden gelast. Het gewicht van de foto bedraagt 1.800 kg.
De “TIME “ foto ligt 2 weken voor het casino op het strand van Knokke-Heist. Om de dimentie van de blow-up weer te geven staan er 5 kubussen van 4 m hoog. Het publiek mag over de foto wandelen om de fish-eye foto’s te bewonderen. Zonder het te weten zullen ze op die manier, o.a. door het zand aan de schoenen, bijdragen aan de gedeeltelijke vernietiging van het kunstwerk. Een treffender illustratie van de ecologische voetafdruk van de mens is nauwelijks denkbaar. Na de expositie wordt het conceptueel beschadigde beeld in 12 spieën gesneden. Dan gaat Wim eigenhandig de spieën integreren op 12 toplocaties over de wereld: Madagascar, Ethiopië, Nieuw Zeeland, Portugal, Ijsland, Mongolië, Bolivië, Ierland, Nepal, Rusland, Marokko, Patagonië.
Elke locatie vertelt dan een eigen, uniek verhaal om de impact te laten zien van de mens op de planeet.
N-VA ziet grote toekomst voor batterijtechnologie voor thuisgebruik en op wijkniveau
Om te vermijden dat soms zonnepanelen of windmolens afgekoppeld worden als er veel zon, respectievelijk wind is, wil de N-VA dat Vlaanderen volop gaat inzetten op batterijtechnologie in combinatie met een slimme meter en dit voor zowel thuisgebruik als ter ondersteuning van het elektriciteitsnet. Thuis- en wijkbatterijen kunnen de pieken in zowel de productie als consumptie van elektriciteit afvlakken. Ze zorgen ervoor dat er minder dure piekcentrales nodig zijn bij piekverbruik. Hierdoor kan de thuisbatterij zichzelf al gedeeltelijk terugverdienen, maar onvoldoende. Een tarifair en wettelijk kader voor de thuisbatterij ontbreekt. Daar wil de N-VA zo snel mogelijk verandering in brengen.
Andries Gryffroy, de energiespecialist van de N-VA in het Vlaams Parlement, kreeg van zijn fractie het groen licht voor een zogenaamde conceptnota. De nota heeft tot doel de discussie over het onderwerp binnen het Vlaams Parlement aan te gaan en moet leiden tot decreetgeving die de installatie van thuisbatterijen mogelijk maakt en stimuleert. Andries Gryffroy: “Nu het idee van energie-eiland weinig kans lijkt te maken, moeten we volop gaan voor de thuis- en wijkbatterij.”
Op piekmomenten van zonneschijn of wind is er vandaag vaak een overproductie van groene energie. Om overspanning op het net te voorkomen, worden op deze momenten installaties van zonnepanelen of windturbines afgeschakeld van het net. Thuisbatterijen gecombineerd met een slimme meter, gekoppeld aan de thuisinstallaties voor zonnepanelen, zouden het teveel aan eigenproductie kunnen opslaan. Omgekeerd zouden thuisbatterijen ook productietekorten kunnen opvangen. Als de vraag het normale aanbod overtreft, zou de energie van de thuisbatterijen kunnen worden aangesproken. Vandaag worden reservecentrales ingeschakeld om de piekvraag op te vangen. Deze strategische reserve, die een federale bevoegdheid is, kost handenvol geld, want deze centrales liggen de meeste tijd gewoon stil.
“Met 235.000 zonnepaneleninstallaties in Vlaanderen heeft een combinatie van zonnepanelen met een thuisbatterij een groot potentieel”, zegt Andries Gryffroy. Eén achter-de-meter-batterij levert ongeveer 2 kW continu vermogen en 3,3 kW piekvermogen. 150.000 thuisbatterijen zouden dus 300 MW continue en 495 MW piekvermogen kunnen leveren. Dat stemt overeen met de productie van een grote piekgascentrale. Een nieuwe gascentrale kost weliswaar minder dan de thuisbatterijen vandaag nog kosten. Maar het is slechts een kwestie van tijd en volume voor de prijsvergelijking in het voordeel van de batterijen omslaat.”
De N-VA vindt dat Vlaanderen zich dringend op de komst van de thuisbatterij moet voorbereiden. Voor alles moet er een wettelijk kader gecreëerd worden, zodat thuisbatterijen achter-de-meter, maar ook wijkbatterijen in het distributienet, wettelijk mogelijk worden en gekeurd kunnen worden. Verder roept de conceptnota de Vlaamse overheid op om voldoende te investeren in onderzoek en om proeftuinen op te zetten. Deze proeftuinen hebben als doel legistieke en technische drempels te detecteren en er een oplossing voor te bieden, en de technologie rendabel te maken. De rendabiliteit zal afhankelijk zijn van de combinatie van een slimme meter met een nieuw flexibel tarief, maar ook in combinatie met de toekomstige vaste vergoeding in functie van de effectieve gebruikte capaciteit.
In de toekomst zal uw energiekost niet alleen afhankelijk zijn van hoeveel en op welk tijdstip u zelf kan opslaan of afladen of rechtstreeks verbruiken, maar ook in functie van welke elektrische aansluiting een verbruiker effectief nodig heeft. De thuisbatterij-eigenaars kunnen namelijk hun investering terugverdienen door te verbruiken of de batterijen op te laden op de uren dat de prijzen laag zijn of de batterij te ontladen als de prijzen hoog zijn. Hierdoor zal ook het bestaande forfaitaire prosumententarief verdwijnen, en betaalt men enkel wat men effectief via de slimme meter op het net zet. Ten slotte, maar niet het minst, wil de N-VA dat de federale overheid Vlaanderen vergoedt voor de reservecapaciteit die federaal wordt uitgespaard dank zij de uitrol van de thuisbatterijen. Die vergoeding kan de Vlaamse overheid dan gebruiken om investeringssteun toe te kennen aan wie een thuisbatterij installeert. Andries Gryffroy: “Het kan niet dat de onlogische bevoegdheidsverdeling in dit land ertoe leidt dat Vlaanderen de veelbelovende batterijtechnologie aan zich voorbij moet laten gaan en we in dit land het piekverbruik met dure, vervuilende piekcentrales blijven opvangen.”