Home Blog Pagina 536

Kamer keurt armoederesolutie goed

0

kamerKamer keurt armoederesolutie goed

De plenaire vergadering keurt straks een resolutie goed van Kamerleden Nahima Lanjri (CD&V), Valerie Van Peel (N-VA), Ine Somers (Open VLD) en Damien Thiéry (MR), die een toetssteen moet zijn voor het armoedebeleid van deze regering. De vier partijen van de meerderheid tekenen daarmee een traject uit voor de regering-Michel.

Het risico om in België in de armoede terecht te komen, is 15%. Dit wil zeggen dat 1,6 miljoen landgenoten het risico lopen om in armoede terecht te komen en moeten rondkomen met een inkomen dat lager ligt dan de Europese armoededrempel. Armoede is echter geen problematiek die je wegwerkt met één gerichte maatregel. De meerderheidspartijen pleiten dan ook voor structurele maatregelen op alle beleidsdomeinen: inkomen, werk, gezondheidszorg, schulden, huisvesting, energie, sociale dienstverlening, .. alsook voor het vrijmaken van de nodige budgetten voor dit beleid.

De resolutie vraagt onder andere om de sociale voordelen en tarieven automatisch toe te kennen. ‘Mensen in armoede nemen immers niet altijd hun rechten op.’, zegt Nahima Lanjri, die de trekker was van deze resolutie. ‘Diegenen die het hardst nood hebben aan een bepaalde toelage, korting of begeleiding, vinden vaak de weg ernaartoe niet. Daarom pleiten we voor de automatische toekenning van zoveel mogelijk rechten, zoals voor de Inkomensgarantie voor Ouderen, het sociaal telefoontarief of de studietoelagen’.

Valerie Van Peel (N-VA): ‘Zo willen we de laagste uitkeringen optrekken tot boven de Europese armoedegrens. Het is de eerste keer dat deze ambitieuze doelstelling ook zwart op wit in het regeerakkoord staat. Zelfs in deze budgettair moeilijke tijden heeft deze regering hiervoor onlangs al de eerste stap gezet, en er wordt de volgende jaren alvast 1,5 miljard euro voorzien wordt om de laagste uitkeringen en pensioenen te verhogen. Met deze resolutie willen we dat engagement verder versterken.’

‘Daarnaast willen we werk maken van een betaalbare gezondheidszorg. We zorgen voor een uitbreiding van de derdebetalersregeling bij huisartsen, het verbieden van ereloonsupplementen bij daghospitalisatie in twee- of meerpersoonskamers en verhogen de transparantie van de ziekenhuisfactuur. Het kan niet dat mensen een doktersbezoek moeten uitstellen omdat ze het niet breed genoeg hebben’., zegt Ine Somers (Open VLD).

‘De grootste prioriteit van deze regering is jobcreatie, en we doen dit door de lasten op arbeid drastisch te verlagen. Dat is goed. Werk is immers de belangrijkste buffer tegen armoede. We moeten hier blijven op inzetten.’, aldus Damien Thiéry (MR).

De winnaars van De Gentse Ondernemer 2015 zijn bekend

0

gentse ondernemerDe winnaars van De Gentse Ondernemer 2015 zijn bekend!

Op 28 mei 2015 werden in de Oude Vismijn in Gent de winnaars van de verkiezing van Dé Gentse Ondernemer 2015 bekend gemaakt. Winnaar in de categorie ‘Gentse Starter’ werd Sabien Windels van Roof Food. In de categorie ‘Ervaren Ondernemer’ gingen de prijzen naar Benjamin Rieder, Michel De Waele en Anthony Viaene van Bubble Post, Pieter Casneuf van Adam Software en Dirk Matheussen van Evolar. Deze ondernemers vervullen de komende 3 jaar de rol van ambassadeur voor het Gentse ondernemerschap.

Daarnaast werd ook de publieksprijs ‘Dé Gentse Ondernemer2015’ uitgereikt. Deze ging naar Benjamin Rieder, Michel De Waele en Anthony Viaene van Bubble Post.

Moleculair bioloog, Prof. em. Marc Van Montagu van de Gentse Universiteit, ontving die avond de Lifetime Achievement Award voor zijn betekenis voor het Gentse ondernemerschap.

De stemmen van het grote publiek voor dé Gentse Ondernemer zijn geteld. Samen met de keuze van de jury bepaalden die de publieksstemmen wie van de 12 finalisten verkozen werden tot rolmodellen. De winnaars, één uit de categorie Gentse Starter en drie uit de categorie Gentse Ervaren Ondernemers, werden donderdagavond voorgesteld aan het publiek in de Oude Vismijn.

Diezelfde avond stemde het publiek wie van de vier winnende rolmodellen de publieksprijs ‘Dé Gentse Ondernemer 2015’ in de wacht sleept.

Tegelijk werd een Life Time Achievement award uitgereikt aan een ondernemer die een belangrijk rolmodel is geweest voor het Gentse ondernemerschap.

Winnaar in de categorie Gentse Starter:

Sabien Windels van Roof Food

Roof Food combineert een stadslandbouwproject – onder de vorm van een dakmoestuin – met een duurzame cateringzaak. Roof Food levert lekkere, gezonde en biologische maaltijden aan bedrijven bij wijze van lunch. Sabien Windels organiseert ook workshops rond tuinieren en voeding bij bedrijven.

Winnaars in de categorie Dé Gentse Ervaren Ondernemer:

– Benjamin Rieder, Michel De Waele en Anthony Viaene van Bubble Post

Bubble Post is gespecialiseerd in first-and-last-mile delivery, en plaatst de stad en zijn inwoners opnieuw centraal. De goederen worden aan de rand van de stad bij hen afgeleverd waarna ze gesorteerd en gebundeld worden. Hun eigen ontwikkeld IT-systeem berekent voor de meest efficiënte route en geeft het meest geschikte voertuig aan. De missie van Bubble Post is de vergroening van de binnenstad door lokaal te leveren met ecologische voertuigen.

– Pieter Casneuf – Adam Software

Adam Software is een wereldwijde leverancier van mediaworkflow- en marketingtechnologiesoftware. Het is hun passie om media op een intelligente wijze te organiseren zodat die eenvoudig en bereikbaar zijn voor iedereen. Dit gebeurt door de ontwikkeling van innovatieve software voor de creatie, het beheer en distributie van mediabestanden. (video, audio, images …)

– Dirk Matheussen – Evolar

Dirk Matheussen ontwikkelde op basis van Smart Glasses (Google Glass) één van de eerste industriële toepassingen voor orderpicking.

Nog voor deze innovatie van Google op de markt is, heeft Dirk Matheussen de technologie gebruikt om een ‘picking’-applicatie te ontwikkelen. Na een succesvolle piloot bij Biobakkerij De Trog wordt de ‘smartpick’ nu gecommercialiseerd en vooral… op andere toepassingen afgestemd.

Winnaar van de publieksprijs ‘Dé Gentse Ondernemer2015’

Benjamin Rieder, Michel De Waele en Anthony Viaene van Bubble Post

Méér dan alleen een titel

Naast de titel ontvingen de winnaars ook een geldprijs van 1.500 euro. In ruil zullen ze de komende drie jaar op een aantal evenementen rond ondernemerschap aanwezig zijn. Via deze publieke optredens krijgen ze de kans om uitgebreid hun ondernemersverhaal te doen en anderen te inspireren en te motiveren tot ondernemen.

De heer Mathias De Clercq, eerste schepen en schepen van Haven, Economie en Ondernemen: ‘We willen Gentenaars inspireren door hen rolmodellen aan te bieden en zo de drempel te verlagen om te ondernemen. Ik ben ervan overtuigd dat deze vier nieuwe rolmodellen de komende drie jaar velen zullen inspireren om zelf een zaak op te starten in Gent.’.

Prof. Em. Marc Van Montagu: winnaar Lifetime Achievement Award

Marc Van Montagu is een wetenschapper van absoluut topniveau en professor in de chemie en de biotechnologie. Hij maakte wereldwijd faam als pionier in de moleculaire plantenbiologie. Tegelijk was hij ook een uitzonderlijke ondernemer. Hij lag immers mee aan de basis van de oprichting en de uitbouw van spin-offs van zijn laboratorium aan de Universiteit Gent. Dat resulteerde in vermaarde ondernemingen zoals Plant Genetic Systems en Cropdesign. Op die manier leverde hij een grote bijdrage aan de hele biotech-ontwikkeling in en rond Gent.

Wetsvoorstel herschikking politiezones

0

politie1N-VA-Kamerlid Koenraad Degroote heeft een wetsvoorstel ingediend voor de vrijwillige herschikking van de politiezones. Hij wil zo tegemoetkomen aan de noden die er momenteel leven bij de huidige 195 politiezones.

Tot 2011 was het voor politiezones mogelijk om te fusioneren, maar van deze regeling werd slechts eenmaal gebruik gemaakt door de PZ Lama (samensmelting van politie Lanaken en Maasmechelen).

Met het wetsvoorstel zou het mogelijk worden dat een gemeente vrijwillig een bestaande politiezone verlaat. Dit op voorwaarde dat deze gemeente aansluit bij een andere zone, zonder dat het aantal politiezones toeneemt.

De vorige wetswijziging voorzag dat ‘volledige’ politiezones konden fusioneren op voorwaarde dat zij binnen het gerechtelijk arrondissement bleven. Door de recente wijziging van de 12 gerechtelijke arrondissementen (die ongeveer gelijklopen met de provincies) wordt het dankzij het wetsvoorstel mogelijk dat gemeenten, die vroeger in verschillende gerechtelijke arrondissementen lagen, nu wel kunnen fusioneren in een politiezone.

“Met het voorstel kunnen zones zich op vrijwillige basis fusioneren”, zegt Degroote. “Dat biedt steden en gemeenten de kans om te kiezen voor naburige steden of gemeenten met een gelijkaardige maatschappelijke realiteit.”

Het wetsvoorstel voorziet dat de politiezones gelijklopen met de brandweerzones. Op die manier ontstaat er tussen de parketten, politie- en brandweerzones een vlottere dienstverlening voor de burger.

“Wij willen steden en gemeenten de kans geven om zich te verenigen op basis van dezelfde maatschappelijke behoeftes en noden”, legt Degroote uit. “Voor steden en gemeenten van de bestaande politiezones is het interessant om uit hun politiezone te kunnen treden. Zo krijgen ze de mogelijkheid om hun taak maatschappij-realistisch uit te voeren. In dat kader moeten we verzekeren dat de nieuwe politiezone parallel loopt met de gerechtelijke en de brandweerzone.”

De vraag tot herschikking leeft bij verschillende gemeenten. Onder meer Schoten, Lier, Dijleland en Boducap zouden geïnteresseerd zijn. Ook de Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) staat positief tegenover het voorstel.

De bruiden van IS

0

Telefacts LaatTelefacts Laat: De bruiden van IS

Vorige week nog werden in Antwerpen zeven extremistische moslima’s veroordeeld voor hun betrokkenheid bij Sharia4Belgium. Vier van hen waren niet op hun proces omdat ze nog steeds in Syrië zitten. Hetzelfde scenario deed zich eerder dit jaar voor in Groot-Brittannië. Daar vertrokken twee goed geïntegreerde Britse moslimmeisjes van 16 halsoverkop naar Syrië. Niet om kalasjnikovs te hanteren, maar om ze te gebruiken als een veel efficiënter wapen… voor uithuwelijking en om toekomstige jihadi’s voort te brengen.

Naar schatting 550 westerse meisjes hebben zich aangesloten bij terreurorganisatie Islamitische Staat. IS richt zich met gladde propaganda specifiek op meisjes, die ze nodig hebben om hun kalifaat uit te bouwen. “Het zijn net pedofielen”, zegt Aamer Anwar, de advocaat van de familie van Aqsa Mahmood, die naar Syrië is vertrokken. “Ze zetten hun klauwen in jonge mensen en trekken hen weg van ons.”

Maar geradicaliseerde vrouwen als Aqsa zijn ook het perfecte uithangbord om jonge meisjes in het Westen te overhalen om naar Syrië en Irak te komen. Foto’s van katten en typische tienertips en -vragen op sociale media wisselen ze naadloos af met extremistische boodschappen. “Het werkt veel beter dan alleen maar te hameren op wat niet goed is, dat schrikt af”, legt onderzoekster Katherine Brown van het King’s College in Londen uit. “Ze willen tonen dat je nog altijd helemaal jezelf kan zijn in Irak en Syrië, maar dat het daar veel beter is.” De nieuwe toekomst die de propagandavideo’s hen voorspiegelen, blijkt echter al gauw de hel te zijn.

Telefacts Laat: De bruiden van IS (Woensdag 27 mei 2015 om 22.25 bij VTM)

Nederlandstalige Brusselse wachtdienst is niet meer

0

wachten“De Nederlandstalige Brusselse wachtdienst is niet langer”, stelt Brussels N-VA parlementslid Liesbet Dhaene. De samenwerking tussen de Nederlandstalige wachtdienst en haar Franstalige tegenhanger is een feit geworden zonder noemenswaardige bijkomende taalgaranties en was het resultaat van doorgedreven inmenging van het RIZIV. “De samenwerking was enkel mogelijk omdat het RIZIV de regels plots veranderde”, aldus N-VA Kamerlid Yoleen Van Camp: “Hoewel Maggie De Block beweert dat de beide stemmingen een ander voorwerp hadden en aldus andere regels golden, weet iedereen dat het in feite over exact dezelfde stemming ging.”

Een eerste voorstel tot samenwerking werd in november 2014 afgeketst, omdat er geen 70% meerderheid werd behaald, hetgeen bij belangrijke beslissingen (zoals samenwerkingen) steeds de regel is. Daarop werd op 27 maart 2015 exact hetzelfde voorstel tot samenwerking voorgelegd, met een gelijkaardige uitslag. In principe zou de samenwerking dus opnieuw afgewend zijn. Echter paste het RIZIV in deze tweede stemming de regels onverwacht aan en stelde plots dat een 70% meerderheid niet langer nodig was maar dat een gewone meerderheid volstond. Het voorstel werd aldus aangenomen op 27 maart, met een nipte gewone meerderheid.

Kamerlid Yoleen Van Camp voelde minister De Block hierover aan de tand “Volgens mij werd minister De Block verkeerd geïnformeerd. Zij beweert dat de eerste stemming ging over een totale fusie van de kringen waarbij een 70% meerderheid noodzakelijk is, terwijl de tweede stemming over een “samenwerking” zou gaan, waarbij een gewone meerderheid volstaat. De waarheid is echter dat er zowel bij de eerste als de tweede stemming gestemd werd voor een samenwerking met de Franstalige huisartsenkring in het kader van een gezamenlijke organisatie van de wachtdienst. Het RIZIV had dus geen enkele reden om de regels aan te passen”, besluit Van Camp. “Dat het RIZIV beslissingen neemt die tot doel hebben de samenwerking van de wachtdiensten door te drukken tegen de wil van een groot deel van de Nederlandstalige huisartsen in Brussel, is hallucinant”.

Dat de Nederlandstalige huisartsen aarzelend tegen het samenwerkingsvoorstel aankijken, heeft immers alles te maken met (het gebrek aan) taalgaranties. Een samenwerking met hun Franstalige collega’s zien ze zitten maar het samenwerkingsakkoord moet voldoende zekerheid bieden op een Nederlandstalige dienstverlening voor de Nederlandstalige Brusselaars.

Dat Nederlandstalige Brusselaars steeds beroep kunnen doen op Nederlandstalige zorgverlening wordt enkel op papier gegarandeerd en dan nog enkel tijdens de officiële wachturen. Liesbet Dhaene reageert teleurgesteld: “In plaats van betere voorwaarden te onderhandelen voor een Nederlandstalige dienstverlening, koos men ervoor om de regels voor de stemming te veranderen zodat de samenwerking doorgedrukt kon worden, onder dezelfde voorwaarden als bij de eerdere stemming. Als doekje tegen het bloeden zouden de huisartsen nu wel een taaltest moeten afleggen. Maar er is geen enkele voorafgaande taaltest bij het telefoon- en onthaalpersoneel. Bovendien is een Nederlandse dienstverlening buiten de officiële wachturen niet gegarandeerd.”

14 tot 16 jarige mag seks hebben met max 5 jaar oudere partner

0

been14- tot 16-jarige mag seks hebben met partner die maximum 5 jaar ouder is, dit is een duidelijke afbakening in het wetsvoorstel van Sabien Lahaye-Battheu. Seksuele handelingen tussen een 14- of 15-jarige en een partner die maximum 5 jaar ouder is, niet langer strafbaar stellen. Dat voorziet een wetsvoorstel van Kamerlid Sabien Lahaye-Battheu en mede-indiener Carina Van Cauter. Op die manier worden dergelijke handelingen, die toch bijna nooit worden bestraft, uit de criminele sfeer gehaald. Open Vld dient als eerste meerderheidspartij een concreet voorstel in, dat de harmonisering van de seksuele meerderjarigheid, zoals voorzien in het regeerakkoord, concretiseert. Lahaye-Battheu benadrukt dat er sprake blijft van aanranding wanneer iemand van 14 of 15 jaar seks heeft met iemand die méér dan 5 jaar ouder is.

“Vandaag worden jongeren vanaf 16 jaar ‘bekwaam geacht om toe te stemmen met het stellen of ondergaan van seksuele handelingen’. Men noemt dit de ‘seksuele meerderjarigheid’. Dat is geen juridisch begrip, het komt in geen enkele wettelijke bepaling expliciet voor. De term zaait bovendien nogal wat verwarring, omdat het onterecht suggereert dat er één welbepaalde leeftijd zou zijn waarop een jongere op seksueel gebied alles mag wat een volwassene mag”, zegt Lahaye-Battheu, die zich afvraagt of de leeftijd van 16 jaar nog beantwoordt aan de sociologische realiteit. Wetenschappelijk onderzoek, in binnen- en buitenland, wijst erop dat jongeren alsmaar vroeger beginnen te experimenteren met seksualiteit.

Huidige juridische regeling

Al enkele jaren woedt er in de juridische wereld een discussie over de problematiek van de ‘seksuele meerderjarigheid’. Van belang daarbij zijn de kwalificaties in het Strafwetboek van ‘verkrachting’ respectievelijk ‘aanranding van de eerbaarheid’.

Volgens het strafrecht zijn bepaalde handelingen alleen strafbaar wanneer het slachtoffer jonger is dan een bepaalde leeftijd. Daarnaast zijn er bepaalde handelingen die sowieso strafbaar zijn en die zwaarder worden bestraft naarmate het slachtoffer jonger is. Dan is er een verzwarende omstandigheid gebaseerd op de jeugdige leeftijd van het slachtoffer.
-14jarigen 14- en 15-jarigen 16-jarigen
seksuele handelingen
zonder penetratie aanranding van de eerbaarheid aanranding van de eerbaarheid geen misdrijf (behalve bijv. tussen gezinsleden)
seksuele handelingen
met penetratie verkrachting aanranding van de eerbaarheid geen misdrijf (behalve bijv. tussen gezinsleden)

sex

Een seksuele penetratie op een 14- of 15-jarige kan niet gekwalificeerd worden als ‘verkrachting’ (wel als ‘aanranding van de eerbaarheid’) aangezien jongeren vanaf 14 jaar ‘bekwaam geacht worden om toe te stemmen met een seksuele penetratie’. Maar men wordt op dat ogenblik dus nog niet ‘bekwaam geacht om geldig toe te stemmen met seksuele handelingen in het algemeen’. “Seks met penetratie mag dus vanaf 14 jaar, kussen en strelen pas vanaf 16 jaar”, vat Lahaye-Battheu de onlogica in de wetgeving samen.

Wetsvoorstel

“Seksuele handelingen, die binnen de maatschappelijk aanvaardbare normen blijven en behoren tot de gangbare experimentele seksuele beleving tussen leeftijdsgenoten, worden sociaal aanvaard. Heel wat moeilijker ligt de discussie als het gaat om seks met een oudere partner. Daarom moeten we niet alleen onderscheid maken tussen seks met leeftijdsgenoten en deze met partners met een leeftijdsverschil, maar moeten we ook bepalen welke leeftijdsgrens er tussen beiden moet worden getrokken”, zegt Lahaye-Battheu.

“Sensoa verwijst naar Canada waar de leeftijdsgrens voor seksuele meerderjarigheid is vastgelegd op 16 jaar, maar seks met penetratie is voor 14- en 15-jarigen wel wettelijk toegestaan met een partner die niet meer dan 5 jaar ouder is. Sensoa pleit dus het niet zonder meer voor een verlaging van de leeftijd. De wet moeten worden verduidelijkt en voorzien dat experimenteergedrag binnen een bepaald kader mogelijk is. Voor Sensoa heeft een verlaging van de leeftijd het voordeel dat jongeren op die manier ook vroeger aanspraak zouden kunnen maken op informatie en begeleiding, hetgeen kan leiden tot veiligere seksuele contacten.”

Het wetsvoorstel van Lahaye-Battheu komt hieraan tegemoet. “We garanderen aan jeugdige leeftijdsgenoten om een normale seksuele ontwikkeling te beleven zonder te moeten vrezen dat ze strafbare feiten plegen. Want niettegenstaande rechters meestal oordelen dat er geen misdrijf werd gepleegd, blijven ze in de criminele sfeer hangen. Politie en parket worden –vaak onnodig- ingeschakeld, bijvoorbeeld door de ouders of de school. Het is belangrijk dat jongeren zich kunnen ontwikkelen in een sfeer die seksualiteit niet criminaliseert en die het gesprek stimuleert. Een aangepast legaal kader moet consensuele seksuele handelingen tussen gelijkwaardige jongeren decriminaliseren en de juridische schemerzone in de huidige wet opklaren. Door de invoering van het maximale leeftijdsverschil worden er garanties geboden op bescherming tegen misbruik.”

Lahaye-Battheu vat samen: “We veranderen de leeftijd op de seksuele meerderjarigheid niet. Aan de bepalingen over ‘verkrachting’ in het Strafwetboek verandert het wetsvoorstel niets. Aan de bepalingen over ‘aanranding van de eerbaarheid’ behouden we een reeks handelingen, die als strafbaar worden bestempeld. Daarop voorzien we de uitzondering voor 14- en 15-jarigen, wanneer ze werden gepleegd met iemand die maximum 5 jaar ouder is. “We hebben bewust de grens op 5 jaar gelegd. Als je het verschil te klein maakt, krijgen we gegarandeerd een rechtszaak over een 19-jarige, die seks heeft met een 15-jarige. Dat kan niet de bedoeling zijn.”

Wereld MS-dag op 27 mei

0

msdagMultiple Sclerose-dag (27 mei).

Hoewel multiple sclerose (MS) meer dan 1 Belg op 1000 treft, blijft de ziekte grotendeels onbekend in ons land. Ter gelegenheid van de Wereld MS-dag op 27 mei, werd op verzoek van Biogen, een bedrijf dat zich specialiseert in het onderzoek naar en de ontwikkeling van therapieën voor de behandeling van MS, een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd onder de Belgische bevolking. De resultaten wijzen op het onderschatte belang van deze ziekte.
90% van de Belgen onderschatten het voorkomen van multiple sclerose

Momenteel lijden tussen de 12.000 en 14.000 mensen in België aan multiple sclerose (MS), een chronische ontstekingsziekte van het zenuwstelsel die de hersenen, het ruggenmerg en de oogzenuwen aantast. De ziekte kan zich manifesteren met zeer verscheidene symptomen, waarvan de graad verschillend is van de ene persoon tot de andere. Echter, 90% van de ondervraagden onderschat of heeft geen idee van het aantal personen met MS. Nochtans leeft meer dan 1 Belg op 1000 met de aandoening.

Verder dan de a priori over de ziekte, blijft multiple sclerose weinig bekend

Hoewel meer dan 40% van de Belgen zegt iemand te kennen met MS, duidt dit niet de facto op een goed begrip van de ziekte en de symptomen. De onzekerheden zijn talrijk, te beginnen met de oorzaak van de ziekte. Hoewel minder dan de helft van de ondervraagden (47%) weet dat de exacte oorzaak van MS niet gekend is, is er 1 op 3 (31%) die het niet weet, 16% die de ziekte toeschrijft aan erfelijkheid en 8% die het associeert met een infectie of virus.

Bovendien is slechts 20% van de bevolking zich bewust van het feit dat MS voornamelijk voorkomt bij vrouwen. Zij hebben 2 tot 3 keer meer kans om de ziekte te ontwikkelen. Tot op vandaag is de oorzaak van dit verschil tussen mannen en vrouwen onbekend.

De symptomen die het meest frequent met MS worden geassocieerd zijn de sterk zichtbare elementen, zoals problemen met wandelen (72%), spasmen/stijfheid (55%) en pijn (55%). Desondanks zijn er veel andere belangrijke symptomen die grotendeels genegeerd blijven, zoals problemen met het zicht en geheugen-, blaas- en darmproblemen. Deze symptomen zijn niet zichtbaar maar hebben belangrijke fysische en psychologische effecten op de levenskwaliteit van personen met MS.

Een zeker fatalisme heerst terwijl behandelingen bestaan en geperfectioneerd worden
De helft van de ondervraagden is relatief fatalistisch over de ziekte. 15% onder hen denkt dat er geen behandeling bestaat voor MS en 35% kan geen behandeling opnoemen. Echter, hoewel MS nog altijd als ongeneeslijk wordt beschouwd, bestaan er injecteerbare en orale behandelingen die de symptomen verlichten en de ziekte afremmen. Deze behandelingen worden verder geperfectioneerd. Ze zorgen ervoor dat bijna 60% van de personen met MS kan blijven werken, waarvan de helft fulltime en de andere helft parttime. Een percentage dat zwaar onderschat wordt door de Belgische bevolking. Slechts 1 op 10 ondervraagden meent dat het mogelijk is om fulltime te blijven werken wanneer men aan MS lijdt.

Om de oorzaken van de ziekte te identificeren, en zo de gevolgen van MS te beperken, blijft de farmaceutische industrie onderzoek uitvoeren. Kris Schellens, Managing Director van het bedrijf Biogen, gespecialiseerd in de behandeling van MS, bevestigt: “Meer dan 20% van onze totale omzet gaat terug naar hoog technologisch onderzoek en ontwikkeling om zo nieuwe behandelingen naar de personen met MS te brengen die steeds meer beantwoorden aan hun specifieke behoeften. Bovendien blijven wij investeren in het beter begrijpen van de oorzaak van de aandoening, om zo hopelijk ooit de ziekte te kunnen genezen.”

Bij de Nationale Belgische Multiple Sclerose Liga reageert de Voorzitter Charles van der Straten Waillet op de publicatie van deze resultaten door Biogen: “We zijn blij dat farmaceutische bedrijven dergelijke onderzoeken uitvoeren. Deze geven ons een idee over hoe bepaalde tekortkomingen in verband met multiple sclerose in de publieke opinie te corrigeren en we zullen er rekening mee houden voor ons toekomstige communicatiebeleid. De resultaten van het onderzoek wekken positieve verbazing omdat we geen idee hadden van de hoeveelheid mensen die de ziekte en een aantal symptomen kennen. Zonder een zeldzame ziekte te zijn, is het echter een ongewone pathologie en we zijn aangenaam verrast door het percentage van mensen die zeggen dat ze haar kennen. Wij zijn van mening dat de sociale actie van de Gemeenschappelijke Ligas, onze vele culturele, sportieve, en fondsenwerving acties, en onze activiteiten op het internet en sociale netwerken, aanzienlijk bijdragen aan deze kennis. We zijn ons bewust van de inspanningen in dezelfde richting van de farmaceutische bedrijven, met de resultaten die we zien.”

Over het onderzoek
Het onderzoek is een initiatief van Biogen en werd uitgevoerd in april 2015, anoniem, door het onafhankelijke adviesbureau iVox bij een representatieve steekproef van de Belgische bevolking (1000 personen). Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van de Wereld-MS dag.

Over multiple sclerose
Multiple sclerose (MS) is een chronische ontstekingsziekte van het zenuwstelsel die de hersenen, het ruggenmerg en de oogzenuw aantast. De aandoening kan zich uiten door heel verschillende symptomen, waarvan de ernst varieert van de ene persoon tot de andere.
MS is de meest voorkomende chronische neurologische ziekte bij jonge volwassenen. De ziekte treedt doorgaans voor het eerst op tussen de leeftijd van 20 en 40 jaar. Vrouwen worden twee tot drie keer vaker getroffen dan mannen.
Multiple sclerose is een ontstekingsziekte waardoor er myeline in het centrale zenuwstelsel verloren gaat (demyelinisering van de zenuwen). Myeline is een speciaal membraan dat de zenuwen isoleert en ongeveer werkt zoals het omhulsel van een elektriciteitsdraad, zodat zenuwimpulsen snel kunnen worden doorgegeven. Dankzij die snelheid en doeltreffende overdracht van zenuwimpulsen kan een mens snelle en gecoördineerde bewegingen maken zonder bewuste inspanning.

Vlaamse huisartsen en Vlaamse patiënten in Brussel

0

dokterAndere regels voor Vlaamse huisartsen en Vlaamse patiënten in Brussel?

Wanneer wijzigingen worden voorgesteld in het kader van de organisatie van een wachtdienst, dan verwacht het RIZIV dat minimaal 70% van de betrokken huisartsen die wijziging goedkeurt. Voor het samenvoegen van Nederlandstalige en Franstalige wachtdienst in Brussel gooit het RIZIV echter de eigen regels overboord. Een samenvoeging van Nederlandstalige en Franstalige wachtdienst wordt in Brussel opgelegd, zonder die vereiste meerderheid.

Als huisartsen weten we hoe belangrijk de communicatie met onze patiënten is. Voor goede zorg is dus kennis van de taal essentieel. We begrijpen dan ook de bekommernis van de Vlaamse huisartsen in Brussel, die ook tijdens de wachtdienst aan hun Nederlandstalige patiënten voldoende garanties willen bieden voor het bieden van Nederlandstalige eerstelijnszorg.

Vlaamse huisartsen zijn best bereid tot samenwerking met hun Franstalige collega’s. Dit gebeurt immers op het terrein dagelijks. De gevoeligheden en taalvereisten in Brussel, nog steeds de hoofdstad van Vlaanderen, maken het dan wel bijzonder dat net hier het rijksfonds afwijkt van de eigen regels aangaande aanpassingen in organisatie van wachtdienst.

Als Syndicaat van Vlaamse Huisartsen eist ook het SVH een correcte toepassing van de regels. Ook in Brussel hebben de Vlaamse patiënten en Vlaamse huisartsen daar recht op!

Voorkamerfibrillatie – Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen

0

hartOngelijkheid tussen mannen en vrouwen inzake voorkamerfibrillatie. Wanneer het hart van vrouwen op hol slaat…

Voorkamerfibrillatie (VKF) – de meest voorkomende hartritmestoornis – en zijn gevolgen van beroerte/trombose treft mannen en vrouwen, maar in tegenstelling tot wat velen denken, zijn de risico’s hoger bij laatstgenoemden.

Symptomen, behandelingen, complicaties,… zijn allemaal parameters die nauwer onderzocht moeten worden om de cardiovasculaire preventie voor de vrouwelijke bevolking aan te passen.

In tegenstelling tot bij de man, vormen hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen, vóór kanker. Dit is een van de redenen waarom de wetenschappelijke literatuur steeds meer aandacht besteedt aan de verschillen in de manifestatie van hartziekten bij beide seksen. Aangezien het risico stijgt met de leeftijd , zijn deze verschillen in sommige gevallen te verklaren door de menopauze, wat samengaat met een exponentiële daling van de natuurlijke bescherming toegeschreven aan de oestrogenen. Vrouwen zijn zeker ook vatbaar voor VKF, maar lopen – wanneer ze de ziekte hebben – vooral meer risico op een beroerte of trombose als hun VKF niet adequaat behandeld wordt. In dergelijke gevallen is eveneens de kans op complicaties (verminderde mobiliteit, spraak-, gezichts-, evenwichts-, smaakproblemen, enz.), alsook op sterfte hoger.

Deze gegevens worden bevestigd door de resultaten die verzameld werden tijdens de voorbije edities van de Week van het Hartritme (2010 tot 2014). In totaal namen meer dan 160.000 personen deel aan een van deze 5 campagnes, hetzij door gratis hun hartslag te laten testen in een van de vele deelnemende Belgische ziekenhuizen, hetzij door hun risicopercentage op VKF te laten berekenen op www.mijnhartritme.be.

Van de mensen die naar een ziekenhuis kwamen, werd in 1,6% van de gevallen voorkamerfibrillatie vastgesteld. De statistieken tonen ook een grotere deelname van vrouwen (meer dan 47.000 of bijna 60% van de hele groep) dan van mannen (ongeveer 33.000 of iets meer dan 40% van de geteste bevolking). De gemiddelde leeftijd van de vrouwen lag lager (56 vs. 58 jaar) en VKF werd daardoor minder vaak gedetecteerd bij deze doelgroep dan bij de mannelijke deelnemers (1,2 vs. 1,9% van de gevallen). Bovendien bleken vrouwen, gediagnosticeerd met VKF, 3 jaar jonger te zijn dan mannen (66 vs. 69 jaar), maar hun risicoprofiel voor een beroerte lag daarentegen hoger terwijl ze minder beschermd werden door een preventieve behandeling: 15% vs. 24% met anti-aggregantia, 2% vs. 4% met anticoagulantia en 6% vs. 7% met antiaritmica. Bij eenzelfde risico bevestigen deze statistieken dus de literatuur, die spreekt van een lagere kans voor de vrouwelijke bevolking (in vergelijking met mannen) om preventieve raadgevingen alsook geschikte behandelingen te krijgen.

Een paradox met soms fatale gevolgen

Voorkamerfibrillatie kenmerkt zich doordat het hart plots op hol slaat en totaal onregelmatig begint te kloppen. Bij vrouwen zijn deze episoden niet alleen frequenter, langer en intenser maar ook over het algemeen meer ‘paroxysmaal’ of uit zichzelf stoppend; mannen, op hun beurt, lijden vaker aan een persistentere vorm waarvoor medische interventie vereist is.

Het trombo-embolische* risico, gelinkt aan VKF, bedraagt bij de vrouw ouder dan 65 jaar het dubbele van dat bij de man (bij vergelijkbare risicofactoren). Bovendien geniet eerstgenoemde ook minder vaak een aangepaste preventieve behandeling, hetzij door anticoagulantia en antiaritmica, hetzij door een ingreep. De exacte redenen hiervoor zijn nog onduidelijk, maar veronderstellingen en ervaring neigen te stellen dat vrouwen hun klachten anders uiten dan mannen. Zo zouden zij deze eerst en vooral minder snel melden aan hun arts, en bijvoorbeeld kunnen wijten aan hun overgang naar de menopauze. Ten tweede lijken hun symptomen soms toegeschreven te worden aan angstaanvallen, waardoor ze minder gediagnosticeerd worden met VKF. Zonder geschikte behandeling tonen ze bijgevolg verhoudingsgewijs hogere risico’s op een beroerte, complicaties en mortaliteit.

Wanneer ze een adequate behandeling krijgen, lijden vrouwen eveneens aan ernstigere bijwerkingen dan het andere geslacht, in het bijzonder bij antiaritmica. Nogmaals, de exacte oorzaak hiervoor is onduidelijk maar een van de mogelijke verklaringen kan schuilen in de hormonale cyclus.

Als ‘mannen van Mars komen en vrouwen van Venus’, kan men beslist ook verschillen opmerken inzake het risico op hartritmestoornissen. Het is derhalve duidelijk dat nieuwe wetenschappelijke onderzoeken en betere communicatie moeten bevorderd worden, zowel naar de vrouwelijke bevolking als naar de zorgverleners toe. Waarom bestaan deze geslachtsverschillen op vlak van symptomen, medische benaderingen en lichamelijke reacties? Als men weet dat er over het algemeen meer vrouwen zijn in de wereld, is de vrees gegrond dat een deel van hen aan VKF lijdt zonder het te beseffen en zonder de juiste behandeling! Er is dan ook dringend nood aan meer aandacht voor hun symptomen en behoeften afhankelijk van de sleutelperiodes in hun leven.

Onze partner, de Belgische Cardiologische Liga, besteedt dit jaar eveneens speciale aandacht aan “Vrouw en Hart”, zodat deze niet langer de ‘grote vergetene’ blijft binnen de hart- en vaatziekten. Hun Week van het Hart zal plaatsvinden in september 2015.

*Het trombo-embolische risico betreft de vorming van een bloedklonter in de atria van het hart, die vervolgens in de algemene bloedsomloop kan terechtkomen, waardoor het een bloedvat in de hersenen kan verstoppen en een beroerte kan veroorzaken.

Over voorkamerfibrillatie (VKF):

Voorkamerfibrillatie is de meest voorkomende hartritmestoornis waarbij het hart op hol slaat en zeer onregelmatig begint te kloppen. Dit verhoogt het risico op hartfalen en op de vorming van bloedklonters die een trombose of een beroerte (cerebrovasculair accident, CVA) kunnen veroorzaken. VKF is de oorzaak van 1 op 6 tromboses.

Het risico op VKF stijgt met het ouder worden: vanaf 40 jaar heeft men 1 kans op 4 om ooit voorkamerfibrillatie te krijgen. Ongeveer 1 op 25 volwassenen ouder dan 65 jaar en 1 op 10 volwassenen ouder dan 80 jaar lijden er momenteel aan.

Het aantal patiënten met VKF in België wordt geschat op 150.000 en dat cijfer zal tegen 2050 waarschijnlijk verdubbelen. De laatste 20 jaar is wereldwijd het aantal ziekenhuisopnames te wijten aan deze hartstoornis toegenomen met 60%.

VKF kan de volgende symptomen veroorzaken: hartkloppingen, kortademigheid in rust of bij inspanning, duizeligheid, een ongewone vermoeidheid, flauwvallen of pijn in de borst. Bij 1 op 3 mensen geeft VKF helaas geen klachten en wordt de aandoening soms te laat ontdekt. Het opmeten van de elektrische hartactiviteit met een hartfilmpje of elektrocardiogram (ECG) is het beste onderzoek, maar het betreft slechts een momentopname. Gezien VKF bij sommigen slechts af en toe opkomt, is het nuttig om het hartritme zelf te leren controleren door het nemen van de polsslag.

Voor meer informatie surf naar www.mijnhartritme.be.

Ongewenst bezoek in de Vrije Basisschool Ertvelde

0

vbeOngewenst bezoek in de Vrije Basisschool Ertvelde. “Dinsdag 26 mei zal lang in het geheugen gegrift blijven.” zegt directeur Linda De Buck.

De nacht van maandag op dinsdag kreeg de Eeklostraat (vestigingsplaats van de Vrije Basisschool Ertvelde) het onaangenaam bezoek van inbrekers. Ze gingen driest te werk: met een paal werden 2 glazen buitendeuren kapot geslagen om de ene deur uiteindelijk te forceren met een koevoet. Met diezelfde koevoet zijn ze ook in het secretariaat en in het bureel van de directeur geraakt. Heel wat paperassen lagen verspreid over de vloer. Beamer en laptopje zijn niet meer te vinden. Uiteraard werd ook al het geld meegenomen … zelfs het geld voor Broederlijk Delen.

In de computerklas gebeurden de voorbije maand enkele kostelijke investeringen. De klas stond pico bello in orde zodat de leerlingen van het 6de er binnenkort, probleemloos, konden deelnemen aan de Interdiocesane Proeven. Met 12 verdwenen laptops zal dit nog moeilijk gaan! Zowel in 5A als in 5B werd ook de klaslaptop gestolen. In 5A kunnen de leerlingen ook niet meer op de tablet werken! Hier en daar een geforceerd slot aan de rolluikkasten is eigenlijk het vermelden niet waard! Heel veel opkuis, heel veel achterloop, heel veel herstellingen, maar het ergste van alles … de kinderen zijn er de dupe van! Triestig nietwaar aldus Linda De Buck directeur VBS Ertvelde.