...

Antwerpse zomerwandeling zet street art in de kijker

Chiara BonardoAntwerpse zomerwandeling zet street art in de kijker

Evenals voorgaande jaren staan de stadgidsen van de Antwerpse zomerwandelingen weer klaar om toeristen en bewoners mee te nemen op een ontdekkingstocht langs onbekende bezienswaardigheden. Deze zomer krijgen ‘den Boulevard’ en street art in de Sint-Andrieswijk de aandacht. “Een zeer boeiende manier om de stad te verkennen en op een andere manier te bekijken.”
Evenals voorgaande jaren staan de stadgidsen van de Antwerpse zomerwandelingen weer klaar om toeristen en bewoners mee te nemen op een ontdekkingstocht langs onbekende bezienswaardigheden. Deze zomer krijgen ‘den Boulevard’ en street art in de Sint-Andrieswijk de aandacht. “Een zeer boeiende manier om de stad te verkennen en op een andere manier te bekijken.”

De zomerwandelingen zijn inmiddels een begrip in Antwerpen. Voor de zomer van 2015 bedachten de stadsgidsen een wandeling over ‘den Boulevard’, genaamd ‘Van Vlinderplaats naar Bastion’. Tijdens deze route leert de stadsgids de wandelaar over de ontstaansgeschiedenis van de Leien, het futuristische gerechtsgebouw en historische figuren als Quinten Matsys, Graham Bell en de graaf van Hoorn.

De afdaling in het ondergrondse bastion, een restant van de 16de-eeuwse stadsomwalling, vormt het hoogtepunt van deze tour. Koen Kennis (N-VA), schepen voor Toerisme, huldigt de stadsgidsen die er elk jaar weer in slagen om nieuwe zomerwandelingen te ontwikkelen. “Dankzij hen krijgen de verborgen parels van Antwerpen hun welverdiende aandacht.” Ook de jeugddienst, die zijn bijdrage leverde aan de street art-wandeling, werd in de bloemetjes gezet.

Graffiti

Naast een historische wandeling ontwikkelden de gidsen ook een route die street art in Antwerpen onder de aandacht brengt. Onder de naam ‘Langs Krabbels en Kunst’ geven de stadsgidsen uitleg over waarom het ene graffitikunstwerk nu wel legaal is en het andere niet.

“Veel eigenaren van bijvoorbeeld winkelpanden vragen artiesten om een van de muren met street art te bewerken”, vertelt stadsgids Kris Van Kersschaever. “In dat geval is het niet illegaal, of anderen de graffiti nu storend vinden of niet.”

Mathias Schoenaerts

Tijdens de twee uur durende wandeling komen heel wat anekdotes en bekende namen voorbij. Zou blijkt een van de verborgen graffitipareltjes gemaakt te zijn door “ons belangrijkste exportproduct: Matthias Schoenaerts”, aldus Van Kersschaever. Onder het signatuur ‘Zenith’ beschilderde hij een van de muren van cultureel ontmoetingscentrum Costa, waar Schoenaerts in zijn jonge jaren regelmatig te vinden was.

Een andere bekende naam is die van RESONE. Als 15-jarige jongen beschilderde hij diverse muren in zijn thuisdorp Maasmechelen en werd daarvoor door de politie opgepakt. Zijn graffitiwerken werden weggehaald, iets dat de politie eigenlijk zonde vond. De burgemeester van Maasmechelen zag toekomst in de jongen en vroeg RESONE om een muur van een sportzaal en een wand van de bibliotheek in het dorp te beschilderen. Zo kon hij op legale wijze graffiti maken en staat RESONE nu bekend als een groot street art-kunstenaar.

Respect voor street art

De tour brengt de wandelaar in contact met de meest uiteenlopende stijlen en vormen van street art. De ene artiest gebruikt de airbrush-techniek, de ander de old school spuitbus. Street art is echter meer dan een verftekening op een muur. “Sommige artiesten ontwerpen stickers en plakken die op lantaarnpalen. Anderen breien een kleedje om bomen heen”, legt Van Kersschaever uit. “Ook dat is street art.”

Maar of het nu geverfd, geplakt of gebreid is, aangebracht door beginners of gevorderde artiesten, legaal is of niet, volgens Van Kersschaever draagt street art altijd bij aan de identiteit van een stad. “Bovendien merk je dat mensen steeds meer respect krijgen voor street art-kunstenaars”, meent de stadsgids. “Mede daardoor kunnen ongeschoolde artiesten die op de straat begonnen zijn met graffiti spuiten nu leven van hun kunstwerken.”

© 2015 – C.H.I.P.S. StampMedia – tekst: Lisa van der Waal, foto’s: Chiara Bonardo