...

Met capaciteitstarief bewijst VREG haar wereldvreemdheid

Met capaciteitstarief bewijst VREG haar wereldvreemdheid

Demir: “Met capaciteitstarief bewijst VREG haar wereldvreemdheid”.

1 januari 2023 zal de geschiedenisboeken ingaan als de dag waarop de VREG haar wereldvreemdheid bewijst. Dat reageert Vlaams minister van Energie Zuhal Demir aan de vooravond van de invoering van het capaciteitstarief door de onafhankelijke regulator, ondanks herhaaldelijke oproepen van minister en parlement om dat niet te doen. “Te midden een energiecrisis een capaciteitstarief invoeren tegen de wil van een meerderheid van het parlement en met nadelige gevolgen voor vele mensen, het is eigenlijk te zot om los te lopen”, aldus Demir. De minister heeft nog een juridische procedure lopen tegen de VREG voor het Hof van Beroep van Brussel met oog op de vernietiging van het capaciteitstarief. De eerste zitting is gepland op 25 januari.

Na eerder een jaar uitstel te bekomen van de VREG, startte Demir in juli een juridische procedure tegen de beslissing van de VREG bij het Hof van Beroep van Brussel. Daarmee is het de eerste keer ooit dat de regulator door de overheid voor de rechtbank moet verschijnen. Omgekeerd startte de VREG wel al een proces op tegen de Vlaamse regering, in de zaak van de terugdraaiende teller. “Ik zei eerder al dat ik het niet eens ben met de invoering van het capaciteitstarief in haar huidige vorm, ook tijdens de vele overlegmomenten met de VREG. De energiecrisis is al uitdagend genoeg. Dat de VREG een quasi unaniem verzoek van het parlement naast zich neerlegt is dan ook onvoorstelbaar. Hoewel ik strikt genomen niets te zeggen heb aan de VREG, heb ik het parlement en de mensen wél beloofd dat ik alle middelen, ook juridische, zou uitputten”, zei ze toen. Een vraag tot heroverweging van de invoering werd door de VREG afgewezen, al was diens raad van bestuur niet unaniem.

CD&V had eerder bij monde van Robrecht Bothuyne gevraagd zich neer te leggen bij de invoering van het capaciteitstarief in haar huidige vorm en de rechtszaak te staken, maar Demir wees dat af. De minister merkt vandaag op dat ook vanuit ondernemerswereld en wetenschappelijke flanken kritiek komt op het capaciteitstarief. Terecht, meent ze. Ook Netbeheerder Fluvius heeft zich, in overleg met Demir, intussen bij het Hof van Beroep gemeld als tussenkomende partij. De rechtbank zal begin 2023 de zaak tegen de VREG behandelen, de eerste pleidooien zijn gepland op 25 januari. Demir ziet het als laatste strohalm en komt zo haar engagement na om alle juridische pistes uit te putten. De minister vordert onder meer ongeoorloofde discriminatie, vanwege het onderscheid tussen gezinnen met digitale en analoge meters, schending van het gelijkheidsbeginsel, belemmering van deelname aan de markt en onevenredige besluitvorming door de VREG. “Of het Hof van Beroep meegaat in die argumentatie, is uiteraard af te wachten. Maar ik zou het mezelf nooit vergeten als ik niet alle middelen zou uitputten tegen deze, in mijn ogen, onrechtvaardige tariefstructuur”, aldus Demir.

Omdat de rechtbank niet in staat was voor 1 januari een definitieve uitspraak te doen, vraagt Demir ter preventie van chaos dat een mogelijke vernietiging voor de toekomst geldt.