...

Andre-Emile Bogaert over brand in de Carnavalwerkhallen

aalst carnavalAndre-Emile Bogaert over brand in de Carnavalwerkhallen te Aalst

FENIX

“De felle uitslaande brand van de Carnavalwerkhallen heeft niemand onberoerd gelaten. De stad stond op een twee drie in rep en roer. Een pluim voor de veiligheidsdiensten en de politieke verantwoordelijken” zegt André-Emile Bogaert.

De reden van dit bericht is evenwel : “bezint eer ge begint”. Ik was destijds schepen in de legislatuur 1989-1994 toen tot de werkhallen werd beslist en deze werden opgericht. Het moest vrij vlug gaan en er werd gekozen voor een site over ’t water tussen de Dender en de Moorselbaan. De oppervlakte was inderdaad beperkt en dus ook het aantal hallen voor een twintigtal groepen. Ook de parkeerfaciliteiten waren in de drukte voor en na carnaval vrij beperkt. Toch werd op uitdrukkelijke vraag van de carnavalsverenigingen en de toenmalige gemeenteraad vlug beslist om binnen een vastgelegd budget over te gaan tot de bouw van de betrokken infrastructuur.

In de navolgende periode heeft men de voor- én nadelen ondervonden van deze specifieke infrastructuur. Aan heel wat zaken werd verholpen, maar toch bleven belangrijke invalshoeken voor bespreking vatbaar : beperkte oppervlakte voor te weinig erkende groepen / veiligheidsaspect (vooral in de maanden voor en na carnaval) / verzekeringsaspect voor stad en groepen (huurders-gebruikers) / parkeercapaciteit / bereikbaarheid (vooral voor groot verkeer) / …

De hallen moeten – waar ook – uit hun ast verrijzen zoals de Fenix (misschien een goede naam voor de nieuwe hallen). Ik doe ter zake wel een gemotiveerde en warme oproep om niet te vlug over te gaan tot de orde van de dag om asap de schade aldaar te herstellen. Deze ramp geeft de stad een unieke en onvoorziene mogelijkheid om het dossier opnieuw volledig te bekijken anno 2016 en niet meer anno 1993. Ik stel dan ook voor dat het stadsbestuur tegelijkertijd met de afwikkeling van dit branddossier ook werk maakt van alternatieve oplossingen, waarbij de noden anno 2016 worden ingeschat.

Out of the blue denk ik bijv. (zonder me daar mordicus op vast te pinnen) aan het verwerven van de Florasite die daar nu reeds jaar en dag zogezegd te koop staat en voor alles en nog wat wordt gebruikt (soms zonder en soms met de nodige vergunningen). Deze site heeft én veiligheid én bereikbaarheid én voldoende parkeerfaciliteit én voldoende ruimte voor ongeveer alle erkende groepen die zo’n accomodatie nodig hebben én voldoende ruimte voor nevenevenementen én nog veel onbebouwde gronden voor eventuele uitbreiding en/of parallelle invulling. ’t Is maar een mogelijkheid. Men moet van de nood een deugd maken. Zo vonden de stedelijke werkhuizen een aangepaste infrastructuur in de gebouwen van het ter ziele gegane Friac. Idem dito voor Colruyt in de gebouwen Imexcotra. Er zijn er nog andere (leegstaande panden op bedrijventerreinen / Siesegem / …). De huidige site van de hallen zou dan een nieuwe bestemming kunnen krijgen en opbrengsten kunnen genereren ter deelfinanciering van een groter en meer aangepast complex.

Ik vraag gewoon (als politicus, gewezen mandataris, wakkere burger en inwoner) om niet over één nacht glad ijs te gaan en alles mee in ogenschouw te nemen, alvorens al te vlug te beslissen (terug voor minstens 25 jaar).

André-Emile Bogaert