...

10 Syriestrijders verliezen verblijfsstatuut

strijders10 Syriëstrijders verliezen verblijfsstatuut

Tot nu toe werd het verblijfsstatuut van 10 niet-Belgische Syriëstrijders ingetrokken. Dat blijkt uit informatie van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken aan federaal parlementslid Koen Metsu (N-VA).

In juni meldde staatssecretaris voor Asiel en Migratie Francken dat het verblijfsstatuut van niet-Belgische Syriëstrijders kon ingetrokken worden door een ministerieel besluit tot terugwijzing of een Koninklijk Besluit tot uitzetting. Deze besluiten gaan steeds gepaard met een inreisverbod van 10 jaar. Dat betekent dat deze personen, wanneer zij ons land willen betreden, moeten terugkeren naar hun land van herkomst.

Nog dezelfde maand werd de daad bij het woord gevoegd en werd het eerste dossier ondertekend, waarbij het verblijfsstatuut van een Syriëstrijder ingetrokken werd.

In totaal zou zo’n tien tot vijftijn procent van de Syriëstrijders niet beschikken over de Belgische nationaliteit. Een aantal van hen komen in aanmerking voor deze maatregel, dossier per dossier dient individueel bekeken te worden of dit juridisch mogelijk is. Op die manier tracht staatssecretaris Francken samen met deze regering de nationale veiligheid en de bescherming van de bevolking verder te helpen garanderen. Syriëstrijders vormen een potentieel gevaar en hen weren uit onze maatschappij is daarin een belangrijke stap.

“Ondertussen zijn we half oktober en werd er voor tien personen een dergelijk besluit tot uitwijzing of uitzetting genomen”, meldde het kabinet Francken aan federaal parlementslid Koen Metsu. “De verandering is voelbaar en onze staatssecretaris voor Asiel en Migratie blijft omtrent dit thema nauw samenwerken met de inlichtingendiensten”, vult N-VA-Kamerlid Sarah Smeyers aan.

Theo Francken sluit aan en stelt dat elk dossier grondig en met veel zorg behandeld en geanalyseerd wordt. “We zijn alert en stellen alles in het werk om ervoor te zorgen dat elk aangereikt dossier nauwkeurig wordt onderzocht en waar mogelijk de nodige wettelijke en juridische stappen worden ondernomen.” Metsu beaamt deze vaststelling en blijft de evolutie van het aantal uitwijzingen van nabij opvolgen. De samenwerking met de Dienst Vreemdelingenzaken en de veiligheidsdiensten blijft daarbij een cruciaal gegeven.