...

Minister van Financiën snoeit in btw-boetes

Minister van Financiën snoeit in btw-boetes - johan vanovertveldMinister van Financiën snoeit in btw-boetes

De minister van Financiën heeft aan de administratie opdracht gegeven om een nieuw boetebeleid inzake btw uit te werken. De vroegere regels die dateren van 2012 waren immers vaak veel te streng: niet alleen waren de boetebedragen heel hoog, er werd ook geen rekening gehouden met de aard van de overtreding.

Voortaan zal, in uitvoering van het Federaal Regeerakkoord, uitgegaan worden van de goede trouw van de ondernemer en niet langer enkel van de kwade trouw. Meer bepaald zal de opgelegde boete op verzoek van de onderneming sowieso volledig kwijtgescholden worden als de volgende voorwaarden zijn vervuld:

Het betreft een eerste overtreding van dezelfde aard, in een referentieperiode van 4 jaar
Deze overtreding werd begaan te goeder trouw. De goede trouw wordt verondersteld. Kwade trouw moet steeds door de administratie worden aangetoond.

De begane overtreding heeft geen impact op het bedrag van de verschuldigde btw.

Concreet betekent dit dat boetes die opgelegd worden n.a.v. bijvoorbeeld het laattijdig indienen van een btw-listing, het vermelden van een bedrag in een foutief rooster van de aangifte zonder impact op het bedrag van de verschuldigde btw, het niet voldoen van de btw op een handeling terwijl die btw ook volledig aftrekbaar is of het uitreiken van een factuur die niet voldoet aan één of andere vormvereiste op eenvoudig verzoek van de onderneming volledig zullen worden kwijtgescholden.

In geval van goede trouw, gelden deze nieuwe richtlijnen voor boeten opgelegd niet alleen door de klassieke btw-controlediensten, maar ook door de BBI. De nieuwe regels moeten verplicht door de belastingdiensten worden toegepast voor alle verzoekschriften tot kwijtschelding voor boeten opgelegd na 1 januari 2018.
Minister van Financiën Van Overtveldt: “De huidige regels waren veel te streng. Niet alleen zijn de boetebedragen hoog, er wordt ook geen rekening gehouden met de aard van de overtreding. Voortaan zal uitgegaan worden van de goede trouw van de ondernemer en niet langer enkel van de kwade trouw.”