...

Minister Tommelein volgt begroting 2016 nauw op

geldMinister Tommelein volgt begroting 2016 nauw op

Volgens een voorlopige raming van het ambtelijk monitoringcomité, is het tekort op de Vlaamse begroting iets groter dan voorzien bij de begrotingsaanpassing 2016. Aan de basis liggen enkele eenmalige tegenvallers. Minister van Financiën en Begroting Bart Tommelein vindt dat we best geen overhaaste conclusies trekken. “Het ambtelijk monitoringcomité neemt standaard een voorzichtige houding aan. Ook in 2015 waarschuwden ze enkele keren, maar bleek bij de definitieve begrotingsuitvoering dat het resultaat beter was dan begroot. Door enkele eenmalige tegenvallers zullen we in 2016 extra waakzaam zijn, maar er is geen reden tot ongerustheid. We zijn nog steeds op koers naar een begroting in evenwicht in 2017.”

In haar rapport van oktober geeft het ambtelijk monitoringcomité aan dat ze voor 2016 een tekort op de Vlaamse begroting verwacht van -637,5 miljoen euro, ofwel -0,15% van het BBP. Bij de begrotingsaanpassing 2016 werd uitgegaan van een tekort van -464,6 miljoen euro. Op het totaal aan begrote ontvangsten en uitgaven betekent dit een afwijking van -0,4%.

Het ambtelijk monitoringcomité geeft zelf aan dat er nog veel factoren zijn waarover geen of onvoldoende informatie beschikbaar is. Voornamelijk eenmalige negatieve effecten liggen aan de basis van de geraamde afwijking tegenover het begrote resultaat:

1. De sneller dan verwachte uitvoering van het scholenbouwprogramma Scholen van Morgen (-86,2 miljoen euro);

2. Een eenmalige versnelling in het uitgavenritme door het overkomen van de dienstencheques naar het Vlaamse niveau (-50 miljoen euro);

3. Een eenmalige vertraging in de ontvangsten door de uitwerking van een rechtszeker regelgevend kader voor de Vlaamse fiscale regularisatie (-25 miljoen euro).

Minister Tommelein benadrukt dat het om een eerste voorlopige en voorzichtige raming gaat. Hij verwijst hierbij naar de monitoringrapporten uit het recente verleden waarbij enkele aannames uiteindelijk te voorzichtig bleken. “In 2015 schatte het monitoringcomité de situatie veel slechter in dan nu. Het raamde toen rond dezelfde periode dat er een tekort van 931 miljoen euro zou zijn, maar dat bleek voorbarig. We sloten het begrotingsjaar af met een effectief tekort van 299 miljoen euro, ofwel 261 miljoen beter dan begroot. Door enkele eenmalige tegenvallers in 2016 is waakzaamheid geboden, maar gelet op de ervaring vorig jaar moeten we ook geen overhaaste conclusies trekken”, besluit de minister.