...

25 aanbevelingen ter verbetering van het openbaar vervoer

trein

25 aanbevelingen ter verbetering van het openbaar vervoer

Op vrijdag 20 mei e.k. zal de Senaat in plenaire zitting het 5de informatieverslag goedkeuren. Dit verslag geeft 25 aanbevelingen ‘betreffende de noodzakelijke samenwerking tussen de federale overheid en de Gewesten om tot een sterker geïntegreerd openbaar vervoersplan en -aanbod te komen’. Deze aanbevelingen hebben tot doel een betere samenwerking tussen de verschillende operatoren en overheden te verzekeren, met inachtneming van de respectievelijke bevoegdheden van de federale staat en de gewesten.

De Senaat beveelt onder meer volgende punten aan :

– een duidelijke taakverdeling tussen het politiek en het operationeel niveau : het beleid inzake openbaar vervoer (strategisch niveau) moet door de overheid worden uitgetekend en de operatoren zijn verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van dit beleid (operationeel niveau);

– de invoering van een beslissingsstructuur die de regie voert over operator-overschrijdende knelpunten inzake netwerk, tarieven en communicatie, knooppunten, interoperabiliteit, multimodale benadering, enz.;

– de inschrijving in de beheersovereenkomsten met alle openbaar vervoersmaatschappijen van duidelijke, in de tijd op elkaar afgestemde en opvolgbare doelstellingen inzake integratie van het aanbod, de vervoersbewijzen, de tarieven en de informatie, en de realisatie van deze doelstellingen nauwgezet opvolgen en opnemen in het evaluatieschema;

– de ontwikkeling van gebruiksvriendelijke multimodale knooppunten die de ketenmobiliteit bevorderen via de inrichting van logische looplijnen en aanrijlijnen, de integratie van het fietsverkeer en een duidelijke signalisatie. De verantwoordelijkheid kan worden toevertrouwd aan een knooppuntmanager;

– de werking van de overlegstructuren moet minstens jaarlijks geëvalueerd worden en de overlegstructuren die geen meerwaarde bieden, worden afgeschaft.

Deze aanbevelingen zijn het resultaat van hoorzittingen met zesentwintig experten en beleidsmakers, tijdens tien commissievergaderingen. De aanbevelingen richten zich tot alle regeringen en parlementen van België. De Senaat onderzoekt binnen de twaalf maanden de uitvoering van de aanbevelingen.