...

Steeds meer jongeren willen een stage bij Defensie

legerSteeds meer jongeren schrijven zich in voor een stage bij Defensie. Toch kiezen steeds minder jongeren erna voor een carrière bij Defensie. Dat blijkt uit een parlementaire vraag van N-VA-Kamerlid Renate Hufkens aan minister van Defensie Steven Vandeput. Volgens Hufkens is het noodzakelijk dat Defensie blijft verjongen.

Defensie organiseert jaarlijks jongerenstages, een interessante manier om jongeren warm te maken voor een carrière bij ons leger. Zo kunnen ze leren parachutespringen in Schaffen of op stage in de marinebasis te Zeebrugge. De kampen wonnen de voorbije jaren aan populariteit. In 2011 schreven 571 jongeren zich in voor een kamp bij Defensie. In 2014 steeg dit tot 799 deelnemers, een stijging van 40 procent. Opvallend is ook dat de deelnemers hoofdzakelijk jongens (83 procent) zijn.

In tegenstelling tot het aantal inschrijvingen was het aantal deelnemers dat achteraf koos voor een carrière bij Defensie nooit zo laag. In 2012 stroomden nog 54 van de jongeren door naar Defensie. In 2014 waren dit nog slechts 20 jongens en meisjes of 2,5 procent van het aantal jongeren dat had deelgenomen aan een stage.

Imago
“Verjonging van ons defensieapparaat blijft een belangrijke uitdaging. Je moet weten dat de gemiddelde leeftijd bij Defensie nu 42,6 jaar is”, zegt Hufkens. “De kampen zijn een belangrijke meerwaarde voor het imago van Defensie bij de jeugd, maar de doorstromingscijfers zijn zo laag dat een evaluatie zich opdringt. We moeten echt bekijken hoe we dankzij de kampen meer jongeren kunnen overhalen om te gaan werken voor Defensie.”

Besparingen
De jongerenstages zijn een meerwaarde voor Defensie, maar ze hebben ook een kostprijs. Door de recente besparingsoperatie sneuvelden er het voorbije jaar 10 jongerenstages en daalde het aantal van 32 naar 22 stages voor het jaar 2014. In totaal leverde dit een besparing op van 50.000 euro. “Dat is maar een klein bedrag tegenover de globale besparingen binnen Defensie”, aldus Hufkens. “Bij een evaluatie van de kampen is het volgens mij dan ook belangrijker te kijken naar het rendement in plaats van louter naar de kostprijs.”