...

Nieuwe beheersovereenkomst moderniseert De Lijn

Nieuwe beheersovereenkomst moderniseert De Lijn - delijnNieuwe beheersovereenkomst moderniseert De Lijn

Met het afsluiten van een nieuwe beheersovereenkomst met De Lijn zet Vlaams minister Weyts de reiziger centraal in het mobiliteitsbeleid. “We leggen vanaf nu de focus op de reiziger en dus op diens reële vraag in plaats van op het blinde aanbod met om de 750 meter een bushalte.” Met de invoering van de gegarandeerde dienstverlening zal De Lijn zichzelf ook kunnen promoten als een ‘zekere dienstverlener’ met een gegarandeerd aanbod ook in geval van stakingen. Dat alles zal gebeuren met minder belastinggeld en meer investeringen dan ooit. “De kostendekkingsgraad stijgt al twee jaar op rij. Die tendens zetten we verder én we investeren meer dan ooit in onder andere aantrekkelijke en groene voertuigen. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts: “De Lijn 2.0 wordt een moderner, klantvriendelijker en groener bedrijf.”

De Vlaamse Regering heeft de nieuwe beheersovereenkomst voor De Lijn goedgekeurd. Dat document vormt tussen 2017 en 2020 het stabiele kader voor de werking van de Vlaamse Vervoermaatschappij. Het bedrijf wordt grondig gemoderniseerd om reizigers nog beter te kunnen bedienen. “De Lijn moet een sterk en efficiënt bedrijf zijn dat een breed publiek kan verleiden om de auto te laten staan”, zegt Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts.

Focus op de reiziger in plaats van blind aanbod
De nieuwe beheersovereenkomst vervangt het oude beleid van basismobiliteit definitief door het nieuwe basisbereikbaarheid. Het blinde aanbodbeleid wordt ingeruild voor een modern vraaggestuurd model, waarbij de behoefte van de reiziger als uitgangspunt genomen wordt. Gedaan dus met een bushalte om de 750 meter ongeacht of die nodig was of niet. “We willen meer Vlamingen verleiden tot het openbaar vervoer door in te spelen op de vraag van de potentiële reiziger.

Een opvallende nieuwigheid is de gegarandeerde dienstverlening. In moeilijke omstandigheden, zoals bij een staking, zal De Lijn zich in de toekomst zo organiseren dat de prioritaire lijnen toch maximaal bediend blijven. Dat zal gebeuren door het beschikbare personeel te heroriënteren naar die belangrijkste lijnen. “De Lijn kan zich in de toekomst zo verder in de markt zetten als een betrouwbare dienstverlener”, zegt Weyts. “Ook op moeilijkere momenten kan je rekenen op De Lijn.”

Met extra investeringen in moderne, aantrekkelijkere en groene bussen en trams wil Weyts De Lijn versneld laten evolueren naar een ecologisch bewuste dienstverlener zonder in te boeten op kwaliteit. Het verouderd materiaal wordt versneld vervangen. Vanaf 2019 worden enkel nog groene hybride bussen besteld en tegen 2025 zal De Lijn enkel nog met elektrische bussen rijden in onze steden.

Met beter en meer toegankelijke bussen, trams en haltes zal De Lijn ook meer mindervalide personen kunnen verleiden. Er komen ‘meer mobiele lijnen’ die een volledige toegankelijkheid garanderen voor zowel halte als voertuig op die lijnen. Op die lijnen moeten personen met een beperking dan ook niet meer vooraf reserveren. Vandaag moet dat nog 24 uur op voorhand.

Met een ticketintegratie wordt voorzien in het makkelijker overschakelen tussen de verschillende vormen van openbaar vervoer. Zo zullen de abonnementen van de vier verschillende maatschappijen (NMBS, De Lijn, TEC en MIVB) op één gezamenlijke MOBIB-kaart komen. Nu al staan alle 65+ abonnementen op die kaart en reizigers die hun Omni of Buzzy abonnement vernieuwen zullen tegen eind 2017 zijn overgeschakeld.

Eind 2018 zullen dan ook alle andere vervoersbewijzen op één kaart staan en wordt contactloos betalen mogelijk. Cash betalingen op het voertuig zal niet meer mogelijk zijn tegen 2019.

Tot slot krijgen ook de lokale besturen mee de ruimte om het mobiliteitsbeleid aan te sturen. Steden en gemeenten hebben heel wat kennis en kunde over de lokale vervoersvragen. Weyts wil die expertise nu benutten om het openbaar vervoer meer van onderuit op te bouwen.

Vlaanderen wordt ingedeeld in dertien vervoerregio’s waarbinnen lokale besturen de kans krijgen om samen met De Lijn, AWV, NMBS, de MAV’s (mobiliteitscentrale aangepast vervoer) en Infrabel het globale mobiliteitsbeleid mee in te kleuren. Een vervoerregio heeft een centrumstad als kern, met daarrond een ‘invloedsgebied’ van gemeenten. Zij krijgen in het nieuwe model een specifieke rol in het systeem met vier netten.

Treinen blijven de ruggengraat van het openbaar vervoer. Het treinnet wordt met inspraak van Vlaanderen georganiseerd door de federale overheid.
Op de grote assen focust het kernnet op de voorstedelijke en interstedelijke verbindingen. De Lijn staat in voor de organisatie en bediening van het kernnet.
Bij het aanvullend net slaan de Vlaamse overheid en de vervoerregio’s de handen in elkaar om de mobiliteit vorm te geven.
Op plaatsen waar dat soort transport minder zin heeft, wordt met de hulp van andere aanbieders vervoer op maat uitgewerkt. Hier krijgen de lokale en private spelers de regie in handen en beslissen zelf over het aanbod. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan bedrijven die een pendeldienst organiseren of sociale verenigingen die een busje inleggen en de krachten zouden kunnen bundelen.
“De Lijn zal meer kunnen focussen op waar het bedrijf echt goed in is”, zegt Weyts. “Bijkomend voordeel van dit gelaagd model is dat alle verschillende vormen van vervoer beter gaan samenwerken en dus beter op elkaar afgestemd kunnen worden.”

Minder belastinggeld, meer investeringen
Door meer interne efficiëntie, vraaggestuurde werking en een hogere kostendekkingsgraad, kan de overheidsdotatie aan De Lijn verder dalen met 21 miljoen euro. De kostendekkingsgraad steeg de laatste twee jaren van 15 procent naar 20 procent. En ook het aantal betalende reizigers en abonnementen steeg met respectievelijk 2,5 procent en 3 procent ten opzichte van het laatste jaar. Dat alles met rechtvaardige tarieven die tegen 2019 niet meer worden gewijzigd, louter geïndexeerd.

Met een stijging van het investeringsbudget van 190 naar 230 miljoen euro stijgt ook dat naar een historisch hoog niveau. “Ongeziene investeringen in mensen en middelen met minder belastinggeld.” aldus Weyts.

Tot slot worden al deze wijzigingen permanent gemonitord, zodat er tijdig bijgestuurd kan worden indien nodig. En ook hier is de reiziger het ijkpunt waarbij minstens 70 procent van de reizigers De Lijn een score van minstens 7 op 10 geven moet geven. “Dit is de blauwdruk van De Lijn 2.0”, besluit Weyts