...

John Crombez bijzonder ongeloofwaardig en lachwekkend

Johan Van OvertveldtReactie minister Van Overtveldt op John Crombez: “Bijzonder ongeloofwaardig en lachwekkend”

Van Overtveldt: “De heer Crombez verwijst vermoedelijk naar de interne instructie van de BBI m.b.t. laattijdige aangiften waarover het debat reeds uitgebreid heeft plaatsgevonden in het parlement, begin dit jaar. Hij loopt dus een beetje achter het debat en de feiten aan. Uit dat debat bleek toen reeds dat de sp.a een loopje nam met de waarheid. Zo sprak de sp.a over wettelijke minimumboetes van 50 en 100 procent voor laattijdige aangiftes. De minister heeft er toen reeds op gewezen dat het wettelijke minimum 10 procent is, en dus niet 50 of 100 procent zoals sp.a beweert.

Terloops: het tarief van 100%-boete dat de heer Crombez als ’standaard’ ziet werd onder zijn beleid welgeteld één (!) keer toegepast. Dat blijkt uit inventarisatie door de BBI. De heer Crombez gooit vanalles op een hoopje en bepleit een boete die hij zelf nooit heeft toegepast. Dat is bijzonder ongeloofwaardig.”

De interne instructie is bedoeld om alle gewestelijke kantoren aan te sturen om dezelfde werkwijze en tarieven te hanteren. Dat is nodig om ‘fiscale shopping’ tussen regionale kantoren te vermijden. De fiscus is wettelijk verplicht om aangiftes te belasten, zelfs als ze laattijdig zijn. Laattijdige aangiftes zijn ook niet per definitie frauduleus, vandaar. Er zijn twee wezenlijke verschillen met een regularisatie zoals die onder vorige regeringen hebben plaatsgevonden: 1) Onverklaarde kapitalen komen niet in aanmerking en 2) in geval van fraude is en blijft strafrechtelijke vervolging mogelijk!

“De sp.a zat in elke regering die een échte regularisatie deed. Dat uitgerekend die partij nu kritiek heeft, is eerder lachwekkend. De interne instructie is geen voorkeursbehandeling voor wie dan ook, het is de toepassing van de wet. Het is een harmonisering voor alle gewestelijke directies van de BBI, zodat elke aangifte op elke locatie hetzelfde behandeld wordt”, besluit Van Overtveldt.