...

Hoog tijd voor erkenning osteopaten

massageHoog tijd voor erkenning osteopaten

Voor CD&V-kamerlid Nathalie Muylle staat het belang en de veiligheid van de patiënt centraal: een wettelijk kader voor osteopathie is een absolute noodzaak. Minister van Volksgezondheid De Block mag niet langer aarzelen.

Osteopathie bestaat al 40 jaar en is vandaag ingeburgerd bij zowel patiënten als artsen. Meer dan 700.000 patiënten, goed voor 1.6 miljoen raadplegingen, vinden jaarlijks de weg naar de osteopaat, met hoge tevredenheid. Zo’n 40 % van de patiënten geeft immers aan een osteopaat te raadplegen na doorverwijzing door een (huis)arts. Waardoor de patiënten ook bespaard blijven van latere zware medische kosten. Ook binnen ziekenhuizen en revalidatietrajecten worden osteopaten voor de behandeling van lage rugpijn en nekpijn ingeschakeld, aangezien de efficiëntie van bepaalde behandelingen is aangetoond.

Het 1000-tal osteopaten dat vandaag reeds is aangesloten bij een beroepsvereniging verdient volgens CD&V een erkenning. Het regeerakkoord vraagt ook duidelijk dat er een oplossing komt voor de erkenning van osteopaten en chiropractors voor de activiteiten die door het Federaal Kenninscentrum voor de Gezondheidszorg als evidence based medicine ( EBM) worden beschouwd.

Nathalie Muylle: “Een master in de osteopathie, permanente bijscholing, en registratie zijn hierbij noodzakelijke voorwaarden om hen als volwaardige partner binnen de multidisciplinaire gezondheidszorg een plaats te geven. Het voorstel van toenmalig minister Onkelinx dat vorig jaar aan de regering werd voorgelegd kwam daaraan tegemoet. Jammer genoeg werd dit voorstel niet door iedereen gedragen. Minister De Block lijkt nu te dralen met de uitvoering van dit luik van het regeerakkoord.

Naast de erkenning, staat de problematiek van de terugbetaling van deze therapieën uit het Ziekte- en Invaliditeitsbudget. Nathalie Muylle: “Dat is nu voor ons geen prioriteit. Maar op een later tijdstip willen wij hierover de discussie voeren. Voor ons staat nu de veiligheid van de patiënt en de kwaliteit van de zorg voorop. De terugbetaling kan later maar moet bekeken worden in functie van kostenefficiëntie en kwaliteit.”