...

Zeldzame Meidoornspanner ontdekt in Lierde

Bolwerk zeldzame Meidoornspanner ontdekt in Lierde

In het Parkbos-Uilenbroek in Lierde hebben vrijwilligers van Natuurpunt 42 exemplaren van de Meidoornspanner ontdekt. Sinds de jaren 80 van vorige eeuw werd in heel Vlaanderen maar een handvol waarnemingen van de zeldzame nachtvlindersoort gedaan. Nooit eerder ging het om zo’n hoog aantal.

De merkwaardige ontdekking gebeurde in de nachten van 26 en 27 januari door Davy De Groote, Jurgen Dewolf en enkele lokale vrijwilligers in het Parkbos-Uilenbroek, een natuurgebied dat beheerd wordt door Natuurpunt. Het was beslist geen toevalstreffer: er werd vermoed dat de Meidoornspanner nog in Oost-Vlaanderen moest voorkomen.

In december al startte het voorbereidende werk om de soort te zoeken: de Vlaamse Ardennen werden doorzocht op zoek naar mooie meidoorn- en sleedoornstruwelen, waar de nachtvlinders doorgaans op verblijven. Het natuurgebied Parkbos-Uilenbroek kwam als een ideale locatie naar voren. Vrijwilligers van Natuurpunt hebben hier de afgelopen jaren oude meidoorns gevrijwaard en enkele honderden meters meidoorn en sleedoorn aangeplant. De enige manier om de rondfladderende Meidoornspanners te zien te krijgen, is door ’s avonds met een zaklamp en lichtbak op stap te gaan langs mei- en sleedoornhagen. In totaal werden tijdens de eerste poging al 23 mannetjes en 4 vrouwtjes aangetroffen, op een tweede nacht werden nog 15 extra exemplaren gevonden. Het lagere aantal vrouwtjes is te verklaren doordat die vleugelloos zijn en dus veel minder gemakkelijk te ontdekken zijn.

meidoornspannerDe voorvleugellengte van het mannetje bedraagt tussen de 14 en 17 millimeter. De middenstip op de voorvleugel is min of meer rond. Over de vleugel loopt een middenband die vooral aan de buitenkant duidelijk door dwarslijnen is afgezet.(foto: Gunther Groenez)

Gunther Groenez meidoornspannerDe voorvleugellengte van het mannetje bedraagt tussen de 14 en 17 millimeter. De middenstip op de voorvleugel is min of meer rond. Over de vleugel loopt een middenband die vooral aan de buitenkant duidelijk door dwarslijnen is afgezet.(foto: Gunther Groenez)

Begin vorige eeuw kwam de Meidoornspanner ongetwijfeld veel meer voor dan nu. Hagen met meidoorn en sleedoorn waren toen overal in Vlaanderen te vinden. Maar toen in de jaren 50 de fruittelers getroffen werden door Perenvuur, een bacterieziekte die appels en peren, maar ook meidoorn aantast, werd deze laatste aangewezen als boosdoener. Vele kilometers meidoornhagen zijn toen omgehakt. Dit zal de populatie van Meidoornspanner ongetwijfeld geen goed gedaan hebben. Door wetenschappelijk onderzoek is ondertussen gebleken dat niet de meidoorn de schuldige is. Intussen neemt het aantal hagen met meidoorn en sleedoorn weer toe, zeker in natuurgebieden, en dat biedt opnieuw kansen.

De Meidoornspanner is een buitenbeentje onder de nachtvlinders. Hij vliegt bijzonder vroeg op het jaar: januari-maart is zijn klassieke vliegperiode, waarbij de piek eerder in januari-februari valt. Als je dan weet dat de Meidoornspanner zelden grote afstanden vliegt, dan is het niet verwonderlijk dat de soort bijzonder weinig wordt opgemerkt.

Voor nachtvlinderexperts komt de ontdekking van de Lierdense populatie niet helemaal onverwacht. In 2011 en 2012 gebeurden in tuinen in Hooglede, Tongeren, Tervuren en in een natuurgebied in de Dendervallei al waarnemingen van zwervende exemplaren, wat doet vermoeden dat er nog een aantal onontdekte populaties zijn. Een Meidoornspanner gezien? Geef het – liefst met foto – door via www.waarnemingen.be.