Minder vervuilende stoffen in het lichaam van jongeren

brug gentMinder vervuilende stoffen in het lichaam van jongeren – MILIEUGEZONDHEID IN DE GENTSE KANAALZONE

Voor de meeste vervuilende stoffen worden nu lagere gehaltes in het lichaam van jongeren uit de Gentse kanaalzone gemeten dan 10 jaar geleden.
In vergelijking met Vlaamse leeftijdsgenoten zijn de gezondheidseffecten van fijn stof verhoogd bij jongeren uit de Gentse kanaalzone. Gehaltes van polygechloreerde biphenyls (PCB’s) blijven een aandachtspunt.
De andere meetwaarden zijn lager of vergelijkbaar.

In 2013 en 2014 werden urine-, bloed- en ademstalen van jongeren uit de Gentse kanaalzone onderzocht op de aanwezigheid van vervuilende stoffen en de vroegtijdige gezondheidseffecten van deze stoffen in het lichaam. Dit soort onderzoek noemt men humane biomonitoring (HBM). De studie werd uitgevoerd door het Steunpunt Milieu en Gezondheid in opdracht van de Vlaamse overheid. Het onderzoek gebeurde naar aanleiding van bezorgdheden over de mogelijke gezondheidseffecten van het drukke verkeer en de industriële activiteiten in de regio. Vooral de fijnstofproblematiek wordt in dit verband veel genoemd. De meetwaarden die dit HBM-onderzoek bij jongeren opleverde werden vergeleken met de meetwaarden van hun Vlaamse leeftijdsgenoten en met de resultaten van een vergelijkbare studie die het Steunpunt Milieu en Gezondheid tien jaar geleden in de Gentse kanaalzone uitvoerde.

Algemeen genomen stellen we vast dat de daling van vervuilende stoffen in de omgevingslucht ook wordt waargenomen in het menselijk lichaam. De meeste meetwaarden in de Gentse kanaalzone zijn vergelijkbaar met die van Vlaamse leeftijdsgenoten. Ondanks de daling in de tijd van PCB’s in het milieu en in de mens, zijn er nog steeds aanwijzingen dat de PCB-gehaltes in bloed bij jongeren in de Gentse kanaalzone hoger liggen dan in Vlaanderen. De blootstelling aan fijn stof berekend op het thuisadres ligt bij jongeren in de Gentse Kanaalzone hoger dan bij de gemiddelde Vlaamse jongere.

De gezondheidseffecten die werden gemeten, gaven over het algemeen goede resultaten aan voor jongeren uit de Gentse kanaalzone: DNA-schade scoort lager en ook de bloeddruk was lager. Aandachtspunten zijn echter het feit dat metingen in ademstalen op meer ontstekingen van de luchtwegen wijzen, dat er meer allergie voor verzorgingsproducten wordt vastgesteld en dat een nierfunctiemerker minder gunstig was.

In vergelijking met hun Vlaamse leeftijdsgenoten geven opvallend meer jongeren in de Gentse kanaalzone aan milieuhinder te ondervinden, en daardoor ongeruster te zijn over hun gezondheid.

Het Steunpunt Milieu en Gezondheid wordt geleid door: Prof. Dr. W. Baeyens (VUB, coördinator van het steunpunt); Prof. Dr. G. Schoeters (VITO, coördinator van de biomonitoring); Dr. V. Nelen (PIH, woordvoerder van het steunpunt); Prof. Dr. I. Loots (U. Antwerpen); Prof. Dr. T. Nawrot (U. Hasselt); Prof. Dr. B. Nemery (KU. Leuven); Prof. Dr. S. De Henauw (U. Gent)